12 37 Ook dit jaar geschiedde de exploitatie der woningen door de Controle op het financieel be heer. besturen der betrokken corporaties onder financiëele en tech nische controle van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volks huisvesting. Over de controle gedurende het tijdvak 1 Juli 1926 t./m. 30 Juni 1927 werd een rapport uitgebracht, waarvan door Burge meester en Wethouders een exemplaar werd toegezonden aan den Directeur-Generaal van de Volksgezondheid. Aan dit rapport is het volgende ontleend: „Het aantal woningbouwcorporaties, toegelaten als werk zaam in het belang van de volkshuisvesting, dat woningcom plexen exploiteerde, vermeerderde in 1926 met één, doordat de Joodsche Woningbouwvereeniging „Mischkenoth Israël” de exploitatie van het eerste gedeelte van het door haar te bouwen woningcomplex aanving. De Gemeente ’s-Gravenhage telt nu 21 exploiteerende toege laten vereenigingen, die met inbegrip van het Haagsch Tehuis voor Ongehuwden, 37 woningcomplexen hebben gesticht. Per ultimo Juni 1927 waren bovendien nog 5 complexen in uit voering. Er werden geen Rijksvoorschotten voor verderen bouw aan gevraagd, zoodat het aantal complexen, grootendeels of geheel met behulp van het Rijk gefinancierd, op 27 bleef gehandhaafd, tellende 3730 woningen. De overige 10 complexen, tellende 1289 woningen, zijn na voltooiing grootendeels bekostigd met gelden door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds onder volledige garantie van de Gemeente aan de woningbouwcorporaties ver strekt. Meerdere dezer leeningen, in Mei en Juni 1925 tegen een rentevoet van 5'/2 gesloten, zijn ultimo 1926 en begin 1927 geconverteerd tegen 4% a pari of 4% met disagio. De overige dezer geldleeningen zullen eveneens worden geconver teerd. Het Rijk weigerde medewerking tot verlaging van den ren tevoet van een tweetal kleine geldleeningen, indertijd als aan vullende voorschotten tegen 6 verstrekt. Aangezien in totaal slechts rond f 8.700,tegen dezen rentevoet werd geleend, is het bezwaarlijk daarvoor bij een andere instelling een nieuwe lee- ning te sluiten. Overwogen werd mede de 5 leeningen te con- verteeren; het geringe voordeel, dat daarmede momenteel zou kunnen worden verkregen, deed besluiten daarvan voórloopig af te zien. Een uitzondering daarop werd gemaakt voor het Rijksvoorschot, opgenomen ten behoeve van het H.T.O., dat met een 75-jarige annuïteit zal worden gedelgd. Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds bleek bereid tegen 4J6 voor gelijken VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 213