lii
i
i
i
I
O
IJ
12
12
1
s
s
o
48
49
door de Directeuren
S
I
i
3652 I
verstrekt
te Amsterdam,
Hieruit blijkt, dat in het afgeloopen jaar op den achterstand
een aantal van 1896 is ingehaald.
Het theoretisch woningtekort is hiermede verminderd van
2213 tot 317.
De jaarlijksche mutaties in het woningtekort sedert de in
1919 gehouden woningtelling, opgemaakt volgens dezelfde
methode als bovenbedoeld, blijken uit de volgende tabel.
TABEL XIV.
S
s
.2
g
o
g
"S S
g
een vergelijkend overzicht van de vermeer-
woningvoorraad ir
'1 gegevens weerden welwillend
Rotterdam en Utrecht.
enz. over het jaar 1927 in de 4 groote
i
S-S
&§-
go
s
g
gS
ss
"g-S
s
O-g
en -stichtingen en de
-
In aansluiting aan deze gegevens geeft ondervolgend over
zicht aan het aantal woningen, in de jaren 1919 t./m. 1927 door
TABEL XVI. Vergelijkend overzicht van den stand van den woning
Tabel XVI geeft
dering van den vul
daarvoor benoodigde f
Ji van
de Gemeente, woningbouwvereenigingen
particuliere bouwnijverheid gebouwd.
TABEL XV.
vergelijkend overzicht i
m de vier groote steden. De
de Woningdiensten
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
VERSLAG
STADSONTWIKKELING
JAAR.
Totaal.
Totaal.
JAAR.
I
j aantal woningen,
bouw
gemeenten in Nederland.
CS
In aanbouw
op 31 December 1927.
Nieuwbouw.
GEMEENTE.
T’otaai.
Totaal.
Totaal.
Totaal.
753
734.873
753 191
2200
'214
878
7091
523
191
4079
5023
2845
2178
1019
1072
379
255
2364
4070
142
116
568.366
416.179
151.661
2 142
442 390
93 4)
met
steun.
2855
669
Particuliere
woningen
Vereischte
1 toeneming volgens
metbode Halle.
zonder
steun.
6225 85
412 5)
190
186
137
7313
4670
868
5543
3835
580
3456 2)
2774
306
Ge
meente.
474
426
793
807
819
848
569
414
442
314
442
631
602
97
686
996
178
390
237
2
498
589
1131
2297
2147
941
358
536
248
196
Particuliere
woningen
zonder
steun.
2215
3498
115
-c
•e
1770
835
met
steun.
1522
1638
2985
4589
4017
4005
3603
4513
4670
4e kwart. 1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
741
2797
2570
2673
3346
3436
2762
3224
2774
236
181
430
883
954
1530
1680
3385
3838
146
216!
I 288
6
Q
w
p,
00
O
b
■4->
CC
<1
ff
bh
.2
GO
0
tr
H
g
C
g
s
o
b£
'b©
s
g
JU
Waarvan I Waarvan’!
met zonder
steun.
Woning- Particuliere bouwnijverheid.
bouw -rvn-
vereeni-
gingen.
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1) Bruto, d.w.z. her-
■e
o
Jid co
■*3
-G -g
o
ce
OS O
■g-
E-i
2087
1896
274
CS
JU
<U Uh U
.ff.8
••-u
bo
a
O3
Bruto vermeerdering van het
aantal woningen door:
Verminderd
door
J© a
5811 2068
wat het
>n op rond 4100 gesteld
van ’t Algemeen.
222
1040
Stijging
of daling van
het woningtekort.
-so
AS
o.
o _e
-O
5
Amsterdam
Rotterdam (zonder
Hoek v. Holland)
’s-Gravenhage.
ütrecht
^^xi van d" TtT
587
1926
671
569
841
1289
1896
CD
woningen door:
o
Oh
2 i -
w
s
s-ë
-O
E 2 o
P-
steun. I
5399
3003
488
gezinnen zijn
1 L-VmouJ onderzoek door de
Rümn»"—-
I 92
deze
317
663 6)
..ucu z;jn woninghehoevend. Blijkens een in den loop
gehad hebbend onderzoek door de Secretarie, Afd. Bevoll
aantal samenwoningen betreft, zou het aantal woningbehoevende:
kunnen worden.
4) Inbegrepen) 88 woningen gebouwd door de Mij- tot Nut
6) Begrepen onder slooping en nieuwbouw.
Overschot.
519
1757
3157
4599
4017
4005
3603
4513
4670
Vermeerdering
226
N.B. De gemeenten Amsterdam en Utrecht geven op 1 Januari 1928 een overschot te zien
van resp. 1019 en 663 woningen.
1) Voor Hoek van Holland zijn niet alle benoodigde cijfers volledig bekend, waarom
alleen gegevens verstrekt zijn van Rotterdam, zonder Hoek van Holland.
2) Volgens de Rotterdamsehe methode.
3) Het zuivere woningtekort is niet bekend. Uit de statistiek volgt het
aantal inwonende en in niet woningen verblijvende gezinnen, in totaal 7100. Niet al
1851
3065
113
van het jaar 1926 plaats
Bevolking, bepaaldelijk
ho-
734
770
1561
3180
3101
2471
2038
3921
3838
en verbouw inbegrepen.
Blijft
netto vermeerdering
’■h. aantal 1
EN VOLKSHUISVESTING.
- - j -’V1AUUU1-
b©
ff
‘5
c
ff
O
964
1086 538
232 387
57 231