12
99
f 465.798,17
Blijft te verhoogen
Uitgaven.
Tot de „Lasten” van dezen dienst behooren de „Kosten van
aanleg”, geraamd op f 10.000,doch welke een uitgaaf vor
derden van f 1.717.740.49, van welk bedrag f 48.268,27 uit de
Reserve kon worden geput, zoodat per saldo ten laste van dezen
dienst komt f 1.669.472,22. Voorts komt ten laste van dezen dienst
de „Aflossing” ad f 1.837.924,welke post aanvankelijk was ge
raamd tot een bedrag van f 1.270.080,nader gewijzigd in
f 1.274.154,—. Deze belangrijke overschrijding vindt haar oorzaak
in de in den loop van het jaar 1927 getroffen regeling, waarbij
de in de boekhouding van het Grondbedrijf geadministreerde
geldleeningen in overeenstemming werden gebracht met de ten
Raadhuize bijgehouden administratie der schuldsplitsing. Aan
gezien de Gemeente, ingevolge voorschriften van Gedeputeerde
Staten, verplicht is op geldleeningen, die zonder daarop ver
schuldigde aflossing, voor een bepaalden tijd worden aangegaan,
jaarlijks een te reserveeren gedeelte ten laste van den gewonen
dienst der Gemeentebegrooting te brengen, leek het rationeel
deze aflossingen eveneens ten laste van het Grondbedrijf te
brengen, waardoor deze bedragen, zoowel over 1927 als over de
voorafgaande jaren, thans in de rekening van bedoeld bedrijf
zijn verwerkt.
De post „Bij te schrijven rente”, begroot op f 200.305,15 in de
oorspronkelijke begrooting, later gewijzigd in f 131.942,15, beliep
in 1927 f 82.238,59. Voor de toelichting op dezen post wordt ver
wezen naar den post „Uitkeering van den Kapitaaldienst wegens
bij te schrijven rente” op den gewonen dienst.
Voorts zijn onder dezen dienst nog opgenomen de verschil
lende, volgens de Verordening op het Grondbedrijf (Verzameling
1923, No. 18) verplichte posten „Afboeking van leeningsschuld
in verband met verkoop of uitlichting van eigendommen” (ad
f 1.453.402,„Kapitaalaflossing in verband met verkoop of
uitlichting van eigendommen” (ad f 139.049,alsmede de „Uit
keering aan de Reserve bij verkoop of uitlich ting van eigendom
men" (ad f 163.445,94); deze posten waren in de begrooting voor
„Memorie" geraamd.
In totaal:
a. te verhoogen f 514.066,44
b. af te voeren. 48.268,27
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.