Bjjlage 14 VERSLAG van de Stichting „Contröle-woningen" te 's-Gravenhage over het jaar 1927. Op 1 Januari 1927 waren volgens rooster aan de beurt van Bestuur, aftreding Mr. J. H. Andries en Mevr. A. A. TrompHuisken, die zich beiden een herbenoeming lieten welgevallen. Op voorstel van het Bestuur besloten Burgemeester en Wet houders het Bestuur met één lid uit te breiden. Als zoodanig werd aangewezen Mej. J. H. J. ter Pelkwijk. In December besloten Burgemeester en Wethouders, ander maal conform het voorstel van het Bestuur, tot uitbreiding en volgde de benoeming van den heer W. C. A. Riem Vis, Adjunct- Directeur van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Dientengevolge was de samenstelling aan het einde van het verslagjaar als volgt: Mr. P. Droogleever Fortuyn, voorzitter; Ir. P. Bakker Schut, secretaris; A. J. van Alphen, Mr. J. H. Andries, Mej. G. van Elzelingen, F. W. C. de Grave, arts, Mej. J. H. J. ter Pelkwijk, Mej. P. H. Hubregtse, Mevr. A. A. Tromp Huisken en W. C. A. Riem Vis leden. De leden van het Bestuur namen bij toerbeurt de functie van maandcommissaris waar. De vergaderingen van het Bestuur werden in den regel maandelijks gehouden. Door den heer A. Miebies werd met ingang van 1 November Personeel, eervol ontslag als directeur verzocht en verkregen. In zijne plaats werd, na oproeping van sollicitanten, uit een groot aantal gegadigden benoemd de heer L. Gertenbach. De nieuwbenoemde directeur werd vóór zijne indiensttreding door tewerkstelling bij de Stichting „Centraal Woningbeheer” in de gelegenheid gesteld zich eenigszins vertrouwd te maken met de praktijk der woningexploitatie, terwijl door hem in eenige Nederlandsche steden de huisvesting van de z.g. onmaatschap pelijke of ontoelaatbare gezinnen werd bestudeerd. In het aantal beambten kwam geen wijziging. Op 1 Januari 1927 was de inrichting bewoond door 94 ge- Aantal zinnen, bestaande uit 91 mannen, 94 vrouwen, 294 jongens en bewoners. 247 meisjes, te zamen 726 personen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 303