28
Begroeting 1928.
Batig slot
f
67.340,94
Ontvangsten f 59.131.711,96
Uitgaven59.131.711,96
380.004,86
f 59.708.328,51
2e. de ontvangstenf 60.867.058,22s
terwijl de belangrijkste, op 30
Juni 1927 vaststaande, nog te
innen bedragen beliepen
Dit voordeelig saldo van den gewonen dienst van f 1.538.734,57s
geeft echter niet de juiste uitkomst van den dienst 1926 aan,
omdat bij de sluiting van den dienst 1926, op 30 Juni 1927, nog
verscheidene bedragen, dien dienst betreffende, te ontvangen
en te betalen waren.
Indien met de belangrijkste van deze bedragen rekening
wordt gehouden, is de uitkomst van den dienst 1926 als volgt:
Volgens de Gemeenterekening bedragen:
le. de uitgavenf 59.328.323,65
terwijl de belangrijkste, op 30
Juni 1927 vaststaande, nog te
betalen bedragen beliepen
zoodat het nadeelig saldo van den kapitaal-
dienst groot isf 6.653.199,IIs
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde begroe
ting voor het dienstjaar 1928 is het geraamd bedrag der:
f 64.274.141,94
64.206.801,—
729.009,23
61.596.067,45®
zoodat, indien de vorenbedoelde ontvangsten en
uitgaven op den dienst 1926 zouden zijn ver
antwoord, het batig saldo zou hebben bedragen f 1.887.738,945
Over dit administratief berekend batig saldo is ten bate van
den dienst 1927 geheel beschikt, met dien verstande, dat daaruit
op genoemden dienst tevens gevormd is een reserve groot
f 914.446,43® voor per 31 December 1926 nog te verrekenen kwade
posten wegens de plaatselijke inkomstenbelasting.
Wat den „kapitaaldienst” betreft bleef te ver
halen een bedrag, grootf 122.777,61
op den post „Geldleening” van de verschil
lende hoofdstukken werd in totaal 6.530.421,50®
minder ontvangen dan tot dekking van ver
schillende buitengewone uitgaven noodig was,
Afd. I (Gewone dienst).
Afd. II (Kapitaaldienst).