29
a. f
b. f
3.000.000,a 4% met
c. f
koers
d. f
Gemeenteschul-
den.
In 1927 zijn de volgende leeningen gesloten:
500.000,a 4% aangegaan met de Levensverzekering-
Maatschappij „De Nederlanden van
1845”, koers 98%
6.000.000,— a 4% met gebruikmaking van een consor
tium (Nederlandsche Handel-Maat-
schappij; Lippmann, Rosenthal Co.,
De Twentsche Bank en Wurfbain
Zoon), emissiekoers 98%
de Rijkspostspaarbank,
97%
61.000,a 4% (conversie) met de Amsterdamsche
Maatschappij van Levensverzekering,
koers 100
e. f 13.500.000,a 4% (waaronder f 4.070.000,v./d. 6 lee-
ning Oct. 1921 conversie) met gebruik
making van een consortium (de Rotter-
damsche Bankvereeniging en de Am
sterdamsche Bank). Van dit bedrag
was f 3.500.000,— vóór de inschrijving
reeds geplaatst bij Rijksinstellingen
tegen den koers van 99% de overige
f 10.000.000,zijn uitgegeven tegen
99%
Bovendien werd bij Raadsbesluit van 3 October 1927 goed
gekeurd dat de rente van de 5 onderhandsche leening van
1924, oorspronkelijk groot f 300.000,met ingang van 1 Januari
1928 zou worden teruggebracht tot 4%
Een staat der Gemeenteschulden wordt aangetroffen op
bladz. 32—35.
Het totaal bedrag van de vaste schuld op 31 December 1927
(Rijksvoorschotten voor woningbouw inbegrepen) bedroeg
f 222.692.264,(f 535,— per inw.) tegen f 212.434.890,— (f 520,
per inw.) op 31 December 1926. Cijfers betreffende voorafgaande
jaren worden aangetroffen in de Jaarboeken van het Gemeentelijk
Statistisch Bureau.
Van de vaste schuld op 31 December 1927 moet een bedrag van
f 154.410.459,of 69,3 als geldelijk „productief” en een bedrag
van f 68.281.805,of 30,7 als geldelijk „improductief” worden
beschouwd.
In 1927 was het hoogste bedrag der vlottende schuld
f 17.625.000,het laagste bedrag f 6.471.000,het hoogste
rentepercentage bedroeg 5%, het laagste 2%. Op 31 December
1927 bedroeg de vlottende schuld f 9.775.000,Hiervan werd