16 12 ’s-Gravenhage, 13 April 1928. Algemeene Poli tieverordening. De Directeur van het Gemeentelijk Bouw en Woningtoezicht, G. A. MEIJER. De 378 inrichtingen zijn verdeeld over 302 vergunningen. Onder de inrichtingen, vernield onder IV, zijn 107 onder- grondsche tanks voor opslag van benzine begrepen. Ingekomen zijn 154 klachten, gedeeltelijk geen Hinderwets- inrichtingen betreffende. Hiervan waren 51 klachten ongegrond of niet voor bemoeiing vatbaar; in 103 gevallen werden de noo- dige voorzieningen getroffen. Door het Gemeentebestuur werden verleend: 674 vergunningen voor het hebben van automobielstaanplaat- sen, als bedoeld in art. 243; 4 vergunningen voor het vervoer van benzine in tankwagens op grond van art. 240; 9 vergunningen voor filmbewaarplaatsen, als bedoeld in art. 244a; 6 vergunningen voor poelierderijen op grond van art. 210; 2031 vergunningen voor het aanbrengen van lichtbakken, uitsteekborden, zonneschermen enz. op grond van de artikelen 1 en 11. Dit laatste aantal zal in het komende jaar belangrijk minder zijn als gevolg van eene wijziging der verordening. VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 344