39
huizen; polikli
nieken en wijk-
verplegingen.
In het afgeloopen jaar werden begraven: Overige begraaf-
op de bijzondere begraafplaatsen der Roomsch-Katholieke plaatsen.
gemeente aan de Kerkhoflaan 203 en aan de Binekhorstlaan 858
overledenen
op die der Nederlandseh-Israëlietische gemeente aan den
Scheveningscheweg 13 overledenen en 4 levenloos geborenen;
op de begraafplaats aan den Leidsehen straatweg 64 over
ledenen;
op die der Nederlandsche Portugeesch-Israëlietische ge
meente 3 lijken;
op de begraafplaats „Eik en Duinen” (oud) de lijken van 687
personen, waarvan 606 uit ’s-Gravenhage;
op de begraafplaats „Nieuw-Eykenduynen” 827 overledenen;
op de begraafplaats „Ter Navolging” te Seheveningen 2 over
ledenen.
De geneeskundigen bij den Gemeentelijken Geneeskundigen Doodschouw.
Dienst T. van den Hoorn, Jhr. F. A. van Suchtelen en W. P.
Wolffensperger waren voor het jaar 1927 belast met het ver
richten van de officieele doodschouw in de gevallen van over
lijden, waarin geene schriftelijke verklaring van een geneesheer
kan worden overgelegd.
IV. Ziekenhuizen, krankzinnigengestichten enz.
Voor de Gemeenteziekenhuizen zij verwezen naar het ver- Gemeentezieken-
slag van den Geneesheer-Directeur (bijlage 25). huizen.
Omtrent de overige ziekenhuizen, de poliklinieken en de Overige zieken-
wijkverplegingen kan het volgende, ontleend aan verslagen of
mededeelingen, worden vermeld.
Ziekenhuis van den H. Joannes de Deo. Op 1 Januari 1927
waren in verpleging 350 patiënten (122 mannen en 228 vrouwen).
In den loop van het jaar werden opgenomen 3982 patiënten (1400
mannen en 2582 vrouwen). Gedurende het jaar werden dus 4332
patiënten verpleegd (1522 mannen en 2810 vrouwen). Ontslagen
werden 3644 patiënten (1248 mannen en 2396 vrouwen), terwijl
350 patiënten (155 mannen en 195 vrouwen) zijn overleden. Op
31 December waren nog in verpleging 119 mannelijke en 219
vrouwelijke patiënten, alzoo in totaal 338 personen.
Op 1 Januari 1927 waren 33 blijvend hulpbehoevende vrouwen
(ongeneeslijken) in verpleging; gedurende het jaar werden geen
dergelijke vrouwen op genomen. Van deze ongeneeslijken zijn
gedurende het jaar 3 overleden, zoodat aan het einde van het
jaar 30 in verpleging bleven.
Het aantal verpleegdagen bedroeg voor de mannelijke pa
tiënten 44846, voor de vrouwelijke 87192 en voor de ongenees
lijken 11105, totaal 143143.
Behalve de geneesheer-directeur waren op het einde van het