20 4 Nederland was 1 October een belangrijke datum; toen werd het volledige electrische bedrijf geopend op de hoofdlijn Amster dam’s-GravenhageRotterdam, voor welk bedrijf voor een belangrijk gedeelte de stroom door het G.E.B. wordt geleverd. Aan deze regeling zijn voor het bedrijf zekere risico’s verbonden door het sterk wisselende karakter der belasting. Voor de Spoor wegen was bij het nemen van de beslissing, of deze stroom uit de publieke centralen zou worden betrokken, een bezwaar, dat de stroomlevering niet meer geheel in handen der Spoorwegen zou liggen. Ondertusschen is wel uit de practijk gebleken, dat beide omstandigheden niet van ernstigen aard zijn te achten, daar deze stroomlevering over het algemeen een zeer vlot ver loop heeft. Intussehen mag niet onvermeld gelaten worden, dat een sto ring van de stroomlevering op den 23en April, welke het gevolg was van het doorslaan van een 20.000-kW-generator, naar alle waarschijnlijkheid haar oorzaak heeft gevonden in atmosphe- rische invloeden op de sterk blootgestelde verbindingslucht- leiding, die tusschen de onderstations der Nederlandsche Spoor wegen direct aan het 10.000-Volt-net van ’s-Gravenhage is ge koppeld. De overige storingen, die in het verslagjaar voorkwamen, waren alle van localen aard, ook als gevolg van de sinds jaren gevolgde tactiek, om door onderverdeeling van het stroom- leveringsgebied eventueele storingen tot een klein gedeelte van het geheele kabelnet te beperken. De toename van het stroomverbruik heeft het noodig ge maakt, maatregelen te nemen tot uitbreiding van het ketel- en machinevermogen, als gevolg waarvan in 1928 gerekend kan worden op een uitbreiding van het machinevermogen met een turbo-generator van 20.000 kW en in 1929 met een overeenkom stige uitbreiding van het ketelhuis. Overigens vonden de normale onderhoudswerken plaats. Het aantal aangesloten installaties steeg van 91.584, waar van 243 bij coöperatieve woningbouwvereenigingen, op 31 De cember 1927 tot 96.743, waarvan 243 bij coöperatieve woning bouwvereenigingen. De nachtstroomlevering ontwikkelde zich bevredigend, even als de stroomlevering volgens oppervlaktarief. Het aantal verbruikers, hetwelk tot het winkeltarief over ging, is echter vooralsnog te gering, waaruit blijkt, dat de winkeliers zich over het algemeen niet voldoende rekenschap geven van het belangrijke voordeel, dat deze vorm van het tarief hun biedt. VERSLAG GEM. ELECTRISCH BEDRIJF.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 430