22
6
Aangaande de uitkomsten van den keuringsdienst valt het
1 (1)
129 (126)*)
3 (3)
2 (2)
1 (1)
191 (191)
Rund
Vet kalf
Graskalf
Nuchter kalf
Varken
Schaap
Geit.
Paard
23,16
0,71
1,77
0,02
9,83
0,02
3,57
0,12
5699
111
67
4
5548
2
1
2
De belangrijkste veranderingen tegenover de cijfers van
1926 zijn, de toename van het percentage rundertuberculose
van 21,78 tot 23,16 en van dat der varkenstuberculose van
9,03 tot 9,83 Daarentegen is er een vermindering voor vette
kalveren van 0,89 op 0,71 en voor graskalveren van 2,62 op
1,77
Actinomycose werd 15 maal aangetroffen bij runderen, voor
namelijk aan kaak of tong; éénmaal aan de longen en de lever.
Cysticercus inermis. Deze parasiet werd in totaal 313 maal
aangetroffen en wel bij 234 runderen (0,96 van het aantal
geslachte dieren) en 79 graskalveren (2,09 Levende exem
plaren werden aangetroffen bij 54 runderen (0,22 en 15 gras
kalveren (0,39 Tegenover 1926 is er een vermeerdering van
292 op 313 gevallen, maar de percentsgewijze verhoudingen zijn,
zoowel voor levende als afgestorven exemplaren, vrijwel het
zelfde gebleven.
Bewijzen van
afkeuring.
Uitkomsten
Keuringsdienst, volgende op te merken:
A. Het voorkomen van dierziekten, welke gevaar opleveren
voor den mensch.
Tuberculose kwam voor als onderstaand staatje aangeeft.
Ingeschreven als vleeschverkooper (Art. 2 van de Ver
ordening op den keuringsdienst) waren 606 personen (vorig
jaar 594), terwijl als vleeschgrossier werkzaam waren 90 per
sonen (vorig jaar 88).
Afgegeven werden 4353 afkeuringsbewijzen.
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
DIERSOORT.
Percentage
van de
geslachte
dieren.
Aantal
gevallen.
Aantal dieren
afgekeurd of
I voorwaardelijk
I goedgekeurd.
De tusschen haakjes geplaatste cijfers geven aan het aantal dieren,
dat nog door sterilisatie bruikbaar gemaakt kon worden voor menschelijk
voedsel.