22
22
Rekening van het Openbaar Slachthuis over 1927.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer omtrent de
rekening over 1927 het volgende op te merken.
De winst over het afgeloopen jaar heeft bedragen f 253.751,63,
terwijl geraamd was f 231.000,
Vergelijking van de baten en lasten met die ovei' 1926 toont,
in afgeronde bedragen, de volgende verschillen aan.
Het totaal der baten bedraagt f 9.300,of ruim 1 meer.
Meer bracht op: Art. I. „Opbrengst Slachthuis, inch beneden-
koelhuis c.a.”, f 25.700,terwijl minder gaven: Art. II. „Op
brengst Bovenkoelhuis c.a.”, f 14.500,Art. III. „Opbrengst
IJs”, f 1.400,en Art. IV. „Rente van kasgeld” f 500,
Het totaal der lasten wijst f 10.200,of ruim 1 ’/2 meer aan.
Meer is besteed voor: Art. I. „Exploitatiekosten Slachthuis,
inch benedenkoelhuis c.a.”, f 400,Art. IV. „Onderhoudskosten”,
f 17.500,en Art. V. „Algemeene onkosten”, f 400,terwijl
minder vergden: Art. II. „Exploitatiekosten Bovenkoelhuis c.a.”
f 4.600,Art. III. „Fabricatiekosten van het IJs” f 300,Art.
VI. „Renten” f 1.100,en Art. VII. „Afschrijving” f 2.000,
De winsten der bedrijven hebben bedragen: „Slachthuis inch
benedenkoelhuis c.a.” f 213.667,21, „Bovenkoelhuis,, c.a. f 28.291,59
en „Ijsfabriek” f 11.792,83, tegen resp. f 210.905,25, f 32.575,33 en
f 11.228,17 in 1926.
Geslacht werden 114.734 dieren, tegenover 105.123 in 1926, een
toeneming van 9.611 stuks.
Ter keuring werden ingevoerd 3.114.704 K.G. vleesch, tegen
3.861.464 K.G. in 1926, d. i. een vermindering van 746.760 K.G.
Gevoederd werden 26.291 dieren gedurende 34.611 etmalen,
tegen resp. 26.103 en 34.362 in 1926.
De vleeschomzet per hoofd steeg van 45,86 K.G. tot 46,44 K.G.
per jaar.
Als een gevolg van den steeds toenemenden handel in var-
kensvleesch waren op 31 December èn het oude èn het pas
gebouwde pekellokaal geheel verhuurd.
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.