23 6 Afzet haring. Haringwet 1927. Buitenhaven. Baggerwerk. Gedurende den loop van de teelt waren 5 vaartuigen verplicht hun reis te onderbreken door ziekte van een lid der bemanning, 1 door verlies van een der manschappen, 2 door zeilschade, 2 door defecte schroef, 1 door defect aan de donkey, 1 door gebro ken mast, 2 door dekschade, 1 door lekkage, terwijl 33 na storm weer binnenkwamen met aanzienlijke vleetschade. Reeds meermalen is te dezer plaatse gewag gemaakt van de beperking van het afzetgebied van haring in het buitenland, veroorzaakt door verschillende omstandigheden, waarbij dan tevens op de wenschelijkheid werd gewezen om de binnenland- sche markt intensiever te exploiteeren. Een origineele poging om dit laatste te bereiken is dit jaar ondernomen door een Sche- veningsche reederij, welke haar haring hier ter stede liet venten met kleine wagentjes, op de wijze der „ijsco-venters”, waarbij de haring voor een billijken prijs aan het publiek werd aange boden. Deze proefneming mag als geslaagd worden beschouwd. Ten slotte worde nog vermeld, dat als resultaat van de in 1926 door de Regeering ingestelde Staatscommissie voor de Ha- ringvisscherij in Mei 1927 het wetsontwerp tot voorkoming van misbruiken in den uitvoerhandel van haring verscheen. Na eenige kleine daarin aangebrachte wijzigingen werd dit ontwerp den 16en December 1927 tot wet verheven en afgekondigd in het Staatsblad No. 387. Gedurende het geheele jaar is de buitenhaven op behoorlijke diepte geweest, waarvan gedurende volle zes maanden op maxi- mum-diepte. Ondiepten, die eventueel na de peilingen werden geconstateerd, konden door den grooten zandzuiger dadelijk worden opgeruimd. De kleine zandzuiger heeft het geheele jaar niet behoeven te werken. Het vastzitten van vaartuigen in de buitenhaven kwam dan ook slechts zelden voor. Gedurende het verslagjaar werd door den zandzuiger „Nau tilus II” gedurende 87 dagen vóór en in de buitenhaven gewerkt. In die periode werden 676 ladingen zand van 200 M3. gebag gerd en naar zee gebracht. In 1926 waren deze cijfers voor het zelfde vaartuig resp. 87 en 628. Gedurende de maanden April en Mei werd er niet gebaggerd. Door de baggermachine „Maas”, in dienst van de Gemeente, werd in de maanden Januari, Mei, September en November ge baggerd in den doorgang der binnenvoorhaven. Er werden in 23 werkdagen 185 bakken zand verwijderd, die door de sleepboot „Scheveningen” naar zee werden gebracht. VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 537