56
Motorbrigade.
Automobielen.
Bereden politie.
Commissie van
Bijstand.
BRANDWEER.
De samenstelling der Commissie van Bijstand voor de Brand
weer is vermeld op blz. 12.
Van 1 Januari tot en met 31 December 1927 hadden plaats:
205 schoorsteenbranden, 225 kleine binnenbranden, 22 zware
binnenbranden, 9 uitslaande branden, 196 buitenbranden (auto’s,
hooischelven, vuilnis e.d.), totaal 657 branden.
Bij deze 657 branden is 175 maal gebruik gemaakt van buiten
en binnen-brandkranen of stralen van de motorspuiten, zoodat
bijna 73,5 der branden gebluscht werden met kleine middelen,
n.l. 200 schoorsteenbranden, 171 kleine binnenbranden en 111
buitenbranden (auto’s, hooischelven, vuilnis e.d.).
Door het gebruik van petroleum of benzine zijn 44 branden
ontstaan, voorts 33 door electriciteit en 14 door gas.
Aan Gemeente-eigendommen werd 6 maal door brand schade
toegebracht, terwijl nog in 33 gevallen een brandje in Gemeente-
eigendommen werd gebluscht, zonder dat schade werd veroor
zaakt.
De overige processen-verbaal werden opgemaakt ter zake van
andere strafbare feiten van verschillenden aard.
Het aantal motorrijwielen bedroeg op 31 December 1927 10,
waarvan 8 met zijspanwagen.
Behalve en tijdens de gewone surveillance werden o.m. de vol
gende verrichtingen gedaan.
In totaal werd 236 keer uitgerukt voor brandmeldingen. Het
brandpiket werd in Mei 1927 opgeheven. In 1 geval werd met de
Minimax brand gebluscht, 16 malen werd uitgerukt voor assis
tentie bij aanrijdingen; 8 keer werd op straat hulp verleend aan
personen, die ten gevolge van een hun overkomen ongeval moesten
worden verbonden of wel w’erden thuis gebracht; 9 kinderlijkjes
werden naar de Algemeene Begraafplaats vervoerd; 13 keer werd
uitgerukt met recherche-personeel voor justitieele onderzoeken,
waardoor de daders nog tijdig konden worden gearresteerd. Vier
vrachtauto’s wrerden wegens overtredingen aangehouden en aan
het bureau gebracht. De gewone controle op de naleving der
Woonwagenwet werd uitgeoefend. Tien keer werd benzine in be
slag genomen, welke zonder vergunning in voorraad aanwezig
was. Ter zake overtreding der maximum-snelheid (art. 191
A. P. V.) werden 1422 processen-verbaal opgemaakt.
De Politie beschikte op 31 December 1927 over 6 automobielen,
waarvan 4 ten dienste van onderzoeken door den justitieelen
dienst en 2 speciaal ingericht voor het vervoer van arrestanten.
De sterkte aan paarden bedroeg op 1 Januari 1927: 24.
Er werden verkocht 3 en afgemaakt 4 paarden. Er werden 7
paarden bijgekocht, zoodat op 31 December weder aanwezig
waren 24 paarden. De gezondheidstoestand der paarden was over
het algemeen goed.