25
17
Burgemeester en Wethouders
van ’s-Gravenhage,
J. PATIJN.
De Secretaris,
TER PELKWIJK.
terwijl de kosten aan verbandmiddelen, duinwater en electrisch
licht lager zijn dan in 1926.
Art. II. „Huur van Gebouwen”, rond f 1.600,als gevolg
van huren voor de lokalen, benoodigd voor de verpleging van
Roodvonkpatiënten.
Art. VII. „Oninbare Posten”, rond f 5.000,—, hoofdzakelijk
wegens het verplegen van niet-ingezetenen, wier verpleegkosten
niet, of slechts gedeeltelijk konden worden geïnd.
Minder werd gevorderd voor:
Art. III. „Onderhoudskosten”, rond f 21.000,hoofdzakelijk
wegens mindere onderhoudskosten aan gebouwen, terwijl verder
eenige andere rekeningen iets lager waren dan in 1926.
Art. IV. „Algemeene Onkosten”, rond f 6.700,in hoofd
zaak wegens vermindering der bijdrage in de kosten van pen-
sionneering en de kosten van Invaliditeitswet.
Art. VI. „Afschrijving”, rond f 4.900,
Art. IX. „Rente van Kasgeld”, rond f 1.500,wegens min
dere behoefte aan kasgelden.
De gemiddelde kosten per verpleegdag (inclusief renten en
afschrijvingen) daalden van f 6,9582 in 1926 tot f 6,448 in 1927.
Zonder renten en afschrijvingen zijn deze cijfers resp. f 5,8172
en f 5,445.
Deze daling vindt haar oorzaak in het feit, dat in 1927 een
groot aantal Roodvonkpatiënten werd verpleegd, waarvoor de
volle verpleegprijs, ad f 4,50 per dag, door den Gemeentelijken
Geneeskundigen Dienst werd betaald, terwijl de kosten van de
verpleging dezer patiënten, in verband met de geringere exploi
tatiekosten, welke de in gebruik zijnde schoolgebouwen met zich
brengen, beduidend lager waren dan die der overige patiënten.
Het kapitaal vermeerderde door uitbreiding met rond
f 78.100,en verminderde door aflossing met rond f 168.200,—.
VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIZEN.