26
21
Totaal
Roodvonk
Diphtheric
Febris typhoïdea
Men. cerebrospin. epid
Poliomyelitis ant. ac.
Encephalitis lethargica
Pokken
aard der zaak om meer algemeene verrichtingen op het gebied
der Volksgezondheid gaat, volgen eerst eenige sterftegegevens.
2801
320
31
4
2
922
322
38
5
3
5
716
175
38
4
6
5
293
129
40
3
2
1966
261
59
3
4
3
4
2300
De officieele doodschouw, neventaak voor de kontrolee- Doodschouw.
rende geneeskundigen, die daartoe afzonderlijk beëedigd zijn,
wordt uitsluitend verricht op uitnoodiging der Politie. In het
afgeloopen jaar vond zij 29 maal plaats, tegen 30 maal in 1926.
De oorzaak van den dood moest worden toegeschreven aan
verdrinking 7, hartverlamming 9, ophanging 3, gasverstikking
2, onbekende oorzaak 8 gevallen.
Aantal gevallen.
I 1925.
Hieruit blijkt wel, dat het roodvonk in 1927 verreweg de
meest voorkomende ziekte was, negen maal meer dan de diph-
therie en negentig maal meer dan de typhusachtige ziekten. Ook
werd roodvonk zeer veel meer aangegeven dan in 1926.
Het jaar 1927 wijst van de laatste 5 jaren het laagste cijfer Febris typhoï-
voor deze besmettelijke ziekte aan en wel 31, hetgeen tot dank- dea.
baarheid mag stemmen.
Van deze 31 personen zijn met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid 9, waarvan 4 uit één gezin, in den Haag zelve
Waar het bij de hygiënisch-sanitaire verrichtingen uit den Hygiënisch-
sanitaire ver
richtingen.
De sterfte in haar geheel bedroeg over 1927 9,8 per duizend Sterfteverhou-
bewoners, tegen 10,3 voor het Rijk, wat voor een Gemeente met dingen,
relatief veel ouden van dagen gunstig mag heeten. Ook de zui
gelingensterfte vertoont gunstige verhoudingen. Ze beantwoordt
aan het cijfer van 46,9 tegen 58,7 voor het Rijk.
Naar de gegevens van den Ontsmettingsdienst, volgt hier- Besmetteljjke
onder een staatje van aangiften van besmettelijke ziekten, ge- ziekten,
noemd en aangeduid in de Wet, waarbij het jaar 1927 met de
vier vorige vergeleken wordt.
VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.
AARD DER ZIEKTE.
1927.
1926.
1924.
1923.
1295
944
467
I 3158
