29 25 voldeed niet altijd aan den eisch, dat zü ten minste 15 boter bevatte. Verschillende bereiders dezer margarine zijn gewaar schuwd. Een te ’s-Gravenhage onder den naam „Speciaal mar garine” verkocht product met het bijschrift „Bereid met room boter, smaakt als roomboter” bevatte bij onderzoek geen spoor boter. Deze misleidende aanprijzing is uit de winkels verwijderd. Enkele partijen rundvet en reuzel moesten worden afgekeurd wegens ransheid of een te hoogen zuurgraad. Enkele monsters rundvet bleken vermengd met andere vetten dan afkomstig van het rund. Het Azijnbesluit, Staatsblad 1926, No. 214, trad op 1 Februari Azijn. 1927 in werking. Verschillende monsters azijn voldeden niet aan den eisch, dat het gehalte aan azijnzuur niet lager mag zijn dan 4 gram per 100 cm3. Zoo werd o.a. een partijtje tafelazijn afge keurd wegens te laag gehalte aan azijnzuur, terwijl bovendien toegevoegde kleurstof (geen caramel) aanwezig was. Van de ter onderzoek meegebrachte monsters rozijnazijn, vruchtenazjjn, bierazijn enz. was het gehalte aan watervrij azijn zuur gewoonlijk 4 of hooger. Niet alle voldeden echter aan den eisch, dat het gehalte aan extract ten minste 0,7 moet bedragen. Ook de reactie op acetylmethylcarbinol, welke wijst op de aan wezigheid van azijn, verkregen door gisting van een aftreksel van versche of gedroogde vruchten (fruit), was dikwijls negatief. Wijnazijn, waarvan het gehalte aan azijnzuur ten minste 5,5 gram per 100 cm3, moet bedragen en dat overigens moet voldoen aan de eischen, gesteld aan rozijnazijn, vruchtenazijn e.d., werd zoo goed als niet aangetroffen. De onderzochte monsters azjjn-essence bevatten regelmatig 80 gram azijnzuur per 100 cm3. Op de verpakking, waarin zij aan den verbruiker kunnen worden afgeleverd, ontbrak nog vaak het opschrift: „Gevaarlijk bij onverdund gebruik” of was de lettergrootte te klein. Een 35-tal monsters geglazuurd aardewerk, waaronder kook- Huishoudelijke pannen, melkkannen, kopjes, schoteltjes, bordjes e.d., afkomstig artikelen, van binnenlandsche en buitenlandsche fabrikanten, werd onder zocht op lood. Na met kokend water te zijn gereinigd, is het vaatwerk voor gevuld met een vier-procentige azijnzuuroplossing. Deze op lossing werd in het vaatwerk gedurende (4 uur op ongeveer 90° C. gehouden. Het verdampende water werd regelmatig aange vuld. In de aldus verkregen vloeistof is het loodgehalte nephe- lometrisch bepaald met behulp van kaliumchromaatoplossing, terwijl in gevallen, waarin vrij belangrijke hoeveelheden lood werden gevonden, de bepaling van de hoeveelheid lood geschiedde VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 686