30
4
Werklieden.
Vaste bezetting.
Aanvulling
wegens in
compleet.
Op 31 December 1926 waren in vasten dienst 548 (549) werk
lieden. Ontslagen zijn 11 werklieden, waarvan 6 met pensioen;
de 5 anderen werden weder in tijdelijken dienst aangesteld.
Eén werkman is overleden en 1 bevorderd tot ambtenaar. Vast
aangesteld werden 50 werklieden. Het aantal werklieden in
vasten dienst bedroeg dientengevolge op 31 December 1927
585 548).
Verder waren op dien datum in tijdelijken dienst 25 (69)
werklieden, waarvan 2 jongmaatjes.
In het geheel waren dus op het einde van het jaar 610 (617)
werklieden aan het bedrijf verbonden.
De vaste bezetting van den dienst bestond op 31 December
uit 557 (567) werklieden.
Het surplus van 53 man boven de vaste bezetting vormt een
soort vaste reserve, welke dagelijks noodig is voor geregelde
aanvulling van het incompleet wegens ziekte, verlof, werkzaam
heden van den Ontsmettingsdienst enz. Voor zooveel noodig
wordt deze reserve iederen dag aangevuld met wachtgelders en
reservisten en, wanneer hiervan geen voldoende aantal meer
beschikbaar is, met particuliere losse werklieden, die bij de
Arbeidsbeurs zijn ingeschreven. In den zomer is deze aanvulling
uiteraard het grootst in verband met het sproeien en voor den
meerderen arbeid, welke dan aan de straatreiniging moet
worden besteed. Over het geheele jaar gerekend, waren gemid
deld 34 losse werklieden in dienst.
De wedden en loonen van ambtenaren en werklieden bleven
ver
wedden, loonen
en arbeidstijden, in 1927 ongewijzigd. De arbeidstijden ondergingen geen
andering.
Ziekten en onge- Het staatje op de volgende bladzijde geeft een overzicht van
vallen. de in het jaar 1927 (en ter vergelijking in de 3 vorige jaren)
voorgekomen ziektegevallen en ziektedagen.
VERSLAG GEM. REINIGING?- EN ONTSMETTINGSDIENST.