33
3
en
VERSLAG VAN CURATOREN DER OPENBARE
GYMNASIA OVER HET JAAR 1927.
Het College van Curatoren onderging in zoover uitbreiding, Samenstelling
dat bij Raadsbesluit van 10 Januari 1927 daarin opgenomen van het College,
werd Mr. L. P. J. Michielsen, die het secretariaat van den heer
Ir. J. F. Ligtenberg overnam. Het College is thans als volgt
samengesteld: Mr. J. AS. A. Lisman, voorzitter; Jhr. Mr. W.
Th. Gevers Deynoot, ondervoorzitter; Mr. L. P. J. Michielsen,
secretaris; Dr. H. E. van Gelder, Jhr. Mr. C. Feith, Dr. W. W.
van der Meulen, Mr. J. D. Verbroek, Dr. Jeanne S. A. M.
Knoop, Prof. Mr. B. M. Taverne en Ir. J. F. Ligtenberg.
De groep leeraren in wis- en natuurkundige vakken aan de Omzetting van
beide Gemeentelijke gymnasia richtte aan het Gemeentebestuur lesuren.
een adres, waarin medewerking werd verzocht voor het treffen
van een gewijzigde indeeling der lesuren voor wiskunde in de
laagste vier klassen der gymnasia, in dier voege, dat één lesuur
uit elk der beide laagste klassen zou worden overgebracht naar
respectievelijk de 3e en 4e klasse.
Terwijl ons College met het verzoek dezer leeraren, op zich
zelf beschouwd, geheel kon instemmen, diende bij de overweging
daarvan rekening te worden gehouden met de omstandigheid,
dat inwilliging van dit verzoek niet mogelijk zou zijn zonder
ook op andere wijze de lessentabel voor de laagste vier klassen
te wijzigen. Want onvermijdelijk zou öf verandering moeten
komen in het totaal aantal wekelijksche lesuren der betrokken
klassen, öf er zouden lesuren in andere vakken moeten worden
verplaatst. Inmiddels achten wij een juiste verdeeling der leer
stof voor wiskunde dermate gewenscht, dat zij ook opoffering
van iets, dat overigens wenschelijk moet worden geacht, recht
vaardigt. De in de laagste vier klassen geleerde wiskunde
vormt toch voor een belangrijk deel der leerlingen den grond
slag, waarop hun geheele latere arbeid zal moeten steunen;
om deze reden is een harmonische indeeling der leerstof een
principieele eisch.
Na inwinning van het advies der betrokken rectoren
groepsvergaderingen van vakleeraren en van het oordeel van
den Inspecteur der gymnasia, hebben wij het Gemeentebestuur
in overweging gegeven tot den Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen het verzoek te richten, krachtens art. 3, 2e
lid, van het K.B. van 7 Juni 1919 (Stbl. 313) toestemming te
verleenen aan de Gemeentelijke gymnasia een omzetting van
lesuren te doen plaats vinden, ten gevolge waarvan onderschei
denlijk in klasse I, H, IH en IV zouden worden ingevoerd:
voor wiskunde 4, 3, 3 en 3 in plaats van 5, 4, 2 en 2 weke-
lijksehe lesuren;
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.