33 6 Lyceum, bestaande uit een Literair-Economische H.B.S. af- deeling en een Gymnasiale afdeeling, onder gelijktijdige op heffing van de afdeeling Middelbare Meisjesschool. In twee uitvoerige rapporten werd over deze voorstellen advies uitgebracht. Het voorstel tot opheffing van een der meisjesscholen of een samenvoeging van de twee M.M.S. werd ongemotiveerd ge oordeeld. Immers het aantal leerlingen op de beide meisjes scholen is sedert 1920 toegenomen met een hoogtepunt in 1925, waarna slechts een kleine daling is ingetreden. Indien de le H.B.S. voor meisjes zou worden opgeheven, zou de daar reeds sedert eenige jaren genomen proef met het Dalton onderwijs ontijdig worden afgebroken, een bezwaar, dat naar het oordeel der Commissie te zwaarder weegt, nu haar omtrent deze proef gunstige berichten bereiken en op een onlangs aan die school gehouden ouderavond de groote instem ming van de zijde der ouders met deze onderwijsmethode ge bleken is. Aangezien het zeer drukke stadsdeel, waarin deze school ge legen is, door de ouders van vele jongere leerlingen als een bezwaar wordt gevoeld, zou evenwel een verplaatsing van de le H.B.S. voor meisjes naar een gunstiger punt van de stad ongetwijfeld tot den bloei der school bijdragen. Erkend wordt, dat het moeilijk is elders een gebouw te vinden, dat geschikt is voor deze school, omdat het Dalton onderwijs groote lokalen en veel ruimte eischt. Kwam, althans overeenkomstig het oordeel der Commissie, hiermede een omwisseling van de scholen Beeklaan en Waldeck- Pyrmontkade in beginsel te vervallen, ook in verband met de ligging en de bijzondere bestemming van eenige lokaliteiten aan beide scholen kon een zoodanige omwisseling bij de Com missie geen instemming vinden. Eveneens heeft de Commissie een omzetting van de 6-jarige H.B.S. voor meisjes in een 5-jarige ontraden: de uitbreiding met een 6e leerjaar toch heeft juist ten doel om voor de meisjes scholen een langzamer tempo in het onderwijs te verzekeren en bovendien nog tijd beschikbaar te hebben voor eenige specifiek vrouwelijke vakken. Het denkbeeld om een Meisjes-Lyceum op te richten werd door de leerkrachten der 2e H.B.S. voor meisjes nog nader naar voren gebracht. De Commissie oordeelde evenwel den tijd nog niet gekomen, ingrijpende verandering in het meisjesonderwijs te brengen. In een van de hierboven genoemde rapporten bracht de Com- VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 837