33
9
VERSLAG VAN DE SUBCOMMISSIE B VAN DE
COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET M.O. OVER HET
TIJDVAK 1 JANUARI 1927 TOT EN MET
31 AUGUSTUS 1927.
In aansluiting aan het te dien opzichte medegedeelde in het Samenstelling
verslag over 1926 kan worden vermeld, dat bij Raadsbesluit van der Commissie.
10 Januari 1927 tot leden van de subcommissie B van de Com
missie van Toezicht op het M.O. werden benoemd de heeren G.
Hennus, Mr. Dr. P. A. Roeper Bosch en Ir. A. E. Struve,
allen lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te
’s-Gravenhage.
In haar vergadering van 18 Januari 1927 benoemde de com
missie tot voorzitter, ondervoorzitter en secretaris, onderschei
denlijk de heeren Mr. J. D. Verbroek, J. E. Belinfante en Mr.
H. J. Morren.
In het tijdvak, waarover het verslag loopt, vergaderde de Werkzaamheden
commissie vier maal, te weten op 18 Januari, 8 Maart, 14 Juni der Commissie,
en 9 Augustus 1927.
Aan het afnemen der eindexamens van verschillende open
bare en bijzondere handelsscholen hadden verscheidene leden
der commissie een werkzaam aandeel. De eindexamens der ge
meentelijke handelscursussen waren niet in alle opzichten be
vredigend, in het bijzonder wat betreft Nederlandsche taal en
stijl. Voor leerlingen van handelscursussen zijn, het behoeft
eigenlijk wel geen vermelding, vooral Nederlandsche taal en
stijl van groot belang. Het streven moet er dus op gericht zijn,
dat de leerlingen in dit opzicht aan redelijke eischen kunnen
voldoen.
Op bijna alle avondscholen wordt geklaagd over verzuimen
door leerlingen, die van hun werkgever geen verlof kunnen krij
gen om de lessen bij te wonen. Eene regeling van Overheidswege
van den arbeidstijd zou hierin verbetering kunnen brengen.
In verband met een rapport van de commissie, samengesteld
door de Federatie van Handels- en Kantoorbediendenvereeni-
gingen in Nederland, over handelsonderwijs voor winkelbedien-
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.