33 23 bleef nog gevestigd in het in 1918 geplaatste „semi-permanente” gebouw. Het gebouw der school aan het Beyenburg is rustig gelegen. Het afvloeien der bevolking uit de binnenstad heeft toenemende bezwaren ten gevolge voor wat betreft de ligging ten opzichte van de woning der leerlingen. In verband met de toepassing van het Daltonstelsel bij het onderwijs zullen op den duur, als de school niet verplaatst wordt, enkele voorzieningen noodig zijn. Omtrent de wijze, waarop de leerkrachten hun taak ver- Leerkrachten, vullen, zijn geen bijzondere opmerkingen te maken. Ook het verzuim onder de leerkrachten gaf geen reden tot opmerkingen. Eervol ontslag werd verleend aan de H.B.S. a./h. Bleyen- burg aan Mejuffrouw J. C. Bruining wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd, met ingang van 1 September 1926 en aan Mevrouw E. M. de Vriendtvan der Made met ingang van 1 Januari 1927 op eigen verzoek. Overigens hadden verschillende wijzigingen plaats in de opgedragen lessen van leerkrachten, die tevens aan andere Hoogere Burgerscholen werkzaam zijn. In het afgeloopen schooljaar werd aan een drietal jonge aanstaande leerkrachten de gelegenheid gegeven enkele lessen bij te wonen. Niet alle leerkrachten kunnen werken volgens de Dalton- methode. Daardoor moet de rooster steeds zoo worden inge richt, dat sommige klassikale lessen in de vrije lessen vallen. Dit brengt echter zoowel voor leeraressen als voor leerlingen veel moeilijkheden mee. Het zou daarom zeer gewenscht zijn, indien alle leerkrachten de nieuwe methode met overtuiging konden toepassen. Alleen dan zijn zij in staat alle moeilijk heden, welke het nieuwe met zich brengt, te overwinnen. Omtrent gedrag, vlijt en vorderingen van de leerlingen zijn Leerlingen, geen bijzonderheden te vermelden. Verschillende vereenigingen ter beoefening van tooneel, muziek, sport enz. zijn door de leerlingen opgericht. Het alge meen oordeel is, dat dergelijke vereenigingen zeer nuttig zijn, mits zij niet te veel tijd in beslag nemen. Ook dragen zij bij tot een meer vriendschappelijke verhouding tusschen leerkrachten en leerlingen. Aan beide scholen bestaat ook de regeling van de z.g. klasse- vertegenwoordiging, welke als een zeer nuttige instelling wordt beschouwd. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 854