86 HOOFDSTUK XII. NIJVERHEID, HANDEL EN SCHEEPVAART. Visscherij. Kamer van Voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken wordt ver- Koophandel en wezen naar het afzonderlijk uitgegeven verslag dier instelling. Fabrieken. Nijverheid. Een overzicht van den toestand der verschillende bedrijven wordt aangetroffen in de paragrafen 8 t./m. 13 van het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Voor de beslissingen, krachtens de Hinderwet genomen door het Gemeentebestuur, wordt verwezen naar blz. 11 van het ver slag van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht (bijlage 16). Het Departement ’s-Gravenhage der Nederlandsche Maat schappij voor Nijverheid en Handel hield gedurende het jaar 1927 zeven algemeene vergaderingen. O.m. werden voordrachten gehouden over: de moderne reproductie-methoden en het prac- tisch gebruik hiervan voor nijverheid en handel, de koeltechniek, gecentraliseerde stedenverwarming en de ontwikkeling van de stad Den Haag. Voor de visscherij wordt verwezen naar bladz. 35 van het verslag van den Gemeentelijken Dienst van Haven- en Markt wezen (bijlage 23) en 10 van het verslag der Kamer van Koop handel en Fabrieken. Aan mededeelingen van den Waterschout is het volgende omtrent de aanmonstering van scheepsvolk ontleend. Voor de schrobnetvisscherij werden geen zeelieden aangemon sterd, voor de haringvisscherij 1170 man, waarvan 1137 te Sche- veningen en 33 elders woonachtig waren. Het aantal analphabeten bedroeg 1, afkomstig uit Scheve- ningen. Wegens desertie werden 8 schepelingen vervolgd, waar onder 5 minderjarige. Geen toepassing werd gevraagd van art. 402 van het Wetb. v. Koophandel, om onwillige schepelingen tot den verhuurden dienst te verplichten. Overtredingen met betrekking tot de Noordzee-conventie kwamen niet voor. Aangifte werd gedaan, dat op 29 October van het zeillogger- schip Sch. 250 bij stormweer een matroos over boord was geslagen en verdronken en dat de zeilloggerschepen Sch. 276 en 421 in het laatst van genoemde maand bij stormweer met man en muis vergaan waren; 25 menschen zijn daarbij verdronken. 469 consenten tot een bedrag van f 234,50 werden uitgereikt voor de uitoefening van de kustvisscherij. Deze gelden werden in ’s Rijks kas gestort. Ten gevolge van het ongemonsterd uitgaan ter zeevisscherij van 37 schepen is niet met juistheid op te geven, met hoeveel bemanning het zeevissehersbedrijf in 1927 werd uitgeoefend,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 87