Bijlage 37
ver-
VERSLAG van den Directeur van den Dienst voor
Kunsten en Wetenschappen over 1927.
I. PERSONEEL.
De heer H. W. G. Ras bleef ons trouw ter zijde staan om ons
zijn volontaire hulp te verleenen; tegen het einde van het jaar
bood ook mej. D. Hooykaas haar hulp aan, die met erkentelijk
heid werd aanvaard; daardoor werd het eindelijk mogelijk om
de zoo noodzakelijke werkzaamheden aan onze reproductiever-
zamelingen met kracht aan te vatten.
Het personeel bestond uit de volgende ambtenaren (op 1 Ja- Sterkte,
nuari 1928):
Algemeene Dienst: 1 directeur en 4 ambtenaren.
Afdeeling Museum Korte Vijverberg: 1 bediende, 1 tijd, be
diende, 3 zaalwachters en 1 zaalwachter-reservist.
Afdeeling Tijd. Museum voor Moderne Kunst: 1 bediende en
2 zaalwachters.
Afdeeling Museum-Bredius: 1 bediende en 1 zaalwachter.
Bovendien zijn aan den Dienst verbonden: 3 werkvrouwen
en 1 tijd, werkvrouw.
Bijzondere verloven werden genoten door de heeren Gallois Bijzondere
en Knuttel in verband met de voorbereiding resp. der Islamische loven.
INLEIDING.
Evenals vorige jaren bepaalt mijn verslag zich tot korte
vermeldingen overeenkomstig de algemeene aanschrijving van
Uw College. Ten opzichte van de meest belangrijke aanwinsten
zorgen de door mijn Dienst uitgegeven „Mededeelingen” voor
de noodzakelijke aanvullingen, waarnaar dus verwezen kan
worden.
Van bijzondere beteekenis kan het geacht worden, dat dit
jaar het hierna te vermelden besluit genomen werd ten opzichte
van de voorbereiding van den nieuwen Museumbouw. Dit geeft
aanleiding tot groote voldoening. Het bezoekcijfer onzer ver
zamelingen beweegt zich steeds in stijgende lijn en ook over
gebrek aan waardeering voor den arbeid van onzen Dienst be
hoeft niet te worden geklaagd.