Bjjlage 38 VERSLAG betreffende den Koninklijken Schouwburg. was Beheer. Personeel. Aan Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage. burg heeft de eer U hierbij Koninklijken Schouwburg over bieden. De Commissie van Beheer daarin aanwezige inventaris is zeer gunstig. De toestand achter het brandscherm, vooral wat betreft den toestand van het tooneel, is langzamerhand onhoudbaar geworden. De daar aanwezige inventaris verkeert in vrij gunstigen toestand, hoewel aanvul ling en uitbreiding zeer wenschelijk wordt. In den gesloten tijd werd met eigen personeel een grondige schoonmaak gehouden, terwijl verscheidene herstellingen werden verricht. De Commissie van Beheer over den Koninklijken Schouw- het verslag betreffende den het kalenderjaar 1927 aan te samengesteld als volgt: Commissie van voorzitter: Dr. W. W. van der Meulen, Wethouder van Onderwijs, als lid van het Dagelijksch Bestuur der Gemeente; leden: Mr. P. Droogleever Fortuyn, A. Harms, J. Spiesz en A. C. A. van Vuuren, als leden van den Gemeenteraad en Mr. G. A. van Haeften, Mevrouw7 C. M. van HilleGaerthé, D. Peereboom Voller en Mr. J. D. Verbroek, als leden uit de ingezetenen van ’s-Gravenhage; secretaris: Prof. Mr. G. A. van Poelje, Chef der Afdeeling Onderwijs ter Gemeente-Secretarie. Wisselingen in de samenstelling der Commissie hadden in den loop van het jaar niet plaats. Het personeel bestond, behalve de administrateur, uit: voor den bureaudienst: 2 personen; tooneeldienst: 13 personen; voorts in uitsluitenden avonddienst: 1 persoon en 1 of meer avondwerkers naarmate de voorstelling eischt; voor den algemeenen dienst: 11 personen; zaaldienst, uitsluitend in avonddienst: 14 personen. De toestand van het gebouw vóór het brandscherm met de Toestand van het gebouw met inventaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 928