39
4
3
2
2
2
l>/2
2’/2
Meter.
9
10
7>/2
7«/2
6>/2
7
41,-
41-
53,-
53,—
60,-
52,5
44,-
48,5
38,—
37,2
31,7
34,-
Meter.
1922
1923
1924
1925
1926
1927
Waar in de jaren
In dit verslag kunnen vergelijkende cijfers worden gegeven
over de 6 afgeloopen jaren n.l. van 1922 t./m. 1927, terwijl over de
laatste vier jaren deze getallen nog meer zijn gespecificeerd.
Bijlage II geeft hieromtrent een duidelijk overzicht, waarbij
vooral wordt gewezen op de onderverdeeling in vijf groepen van
de groep „geschikt en toelaatbaar”.
Uit de cijfers der bijlage valt het volgende af te leiden.
Over het jaar 1927 werden in totaal 1039 films gekeurd (in
1926, 1059).
Van dit aantal zijn:
le. 70 ongeschikt en ontoelaatbaar bevonden;
2e. 203 ongeschikt en toelaatbaar geacht, en
3e. 766 geschikt en toelaatbaar geoordeeld.
In procenten van het aantal is dit respectievelijk 6J4, 19*/2 en
74 (Voor het jaar 1926 was dit 4, 17J4 en 78/2
Het aantal meters film, gekeurd door de Commissie, bedraagt
voor groep één 149.595; groep twee 396.385 en voor groep drie
603.445 meters. Totaal aantal meters gekeurd 1.149.425 (jaar 1926
1.091.750 M.).
Het percentage geschikt en toelaatbaar is voor dit jaar 52/2
ongeschikt en ontoelaatbaar 13,- en ongeschikt doch toelaat
baar 34/2
Deze getallen waren voor de jaren:
ong. ont.
15,-
10,5
9,-
9,8
8,3
13,-
1922
1923
1924
1925
1926
1927
Van elke 20 Meter film werd gekeurd in:
Meter.
8
8
10'/2
10>/2
12
10*/2
1922 t./m. 1926 sterk tot uiting kwam de
stijging van de groep geschikt en toelaatbaar, valt voor het jaar
1927 een sterke teruggang te constateeren, n.l. van 60 tot
52l/2 of wel van iederen twintig Meter film van 12 tot
10’/2 Meter.
In de groep ongeschikt doch toelaatbaar werden 48 coupures
VERSLAG DER GEMEENTELIJKE BIOSCOOPCOMMISSIE.
Aantal films.
Aantal meters.
99
99
99
99
99
ong. toel.
gesch. toel.
ong. toel.
gesch. 4- toel.
99
99
ong. 4- ont.