39
5
41
50
58
aangebracht en in de groep geschikt en toelaatbaar 46 coupures
noodig geoordeeld, in totaal dus 94 coupures. In het jaar 1926
was dit aantal 104. Dat ieder jaar het aantal coupures sterk
vermindert (zie bijlage II), moet worden toegeschreven aan de
bioseoop-directeuren. Dezen toch brengen vóór de keuring reeds
correcties aan. Wat huns inziens beslist niet door kinderen tot
18 jaar gezien mag worden, wordt van te voren uit de film ver
wijderd. Duidelijkheidshalve kan gezegd worden, dat wat te „cru”
is, van te voren wordt weggeknipt. Het vorenstaande wijst er op,
dat de bioseoop-directeuren zelf willen medewerken om de films
te verbeteren.
Het aantal coupures was voor:
1922.
1923
1924
278
256
218
Steeds dus een zakkende lijn.
Bij een verdere aandachtige beschouwing der bijlage valt
nog het volgende op te merken. (Gemakshalve zal de lengte der
verschillende groepen films aangeduid worden in kilometers.)
In totaal is rond 1149 K.M. film gekeurd. Hiervan werd rond
113 K.M. geen speelfilm geschikt en toelaatbaar gekeurd,
zoodat 1036 K.M. speelfilm werd beoordeeld.
Van deze 1036 K.M. werd rond:
150 K.M. ongeschikt ontoelaatbaar;
396 ongeschikt toelaatbaar;
490 geschikt toelaatbaar;
gekeurd.
In procenten is dit resp. 14*/2, 38 en 47^2 (voor 1926 resp.
9>/2. 36 en 54’/^
Van de 490 K.M. speelfilm, die geschikt en toelaatbaar is
gekeurd, is rond 150 K.M. één, twee en drie-akters en 340 K.M.
hoofdnummers aldus beoordeeld.
In totaal is 603 K.M. voor alle leeftijden geschikt en toelaat
baar bevonden. Hieronder bevinden zich ook de z.g. speelfilms
(hoofdnummers) met een lengte van 340 K.M., of wel ongeveer
56‘/s Ten vorigen jare was dit percentage 58.
Uit het bovenstaande valt af te leiden, dat een belangrijk
quantum der speelfilms voor beide leeftijden is goedgekeurd.
Een regelmatige stijging was voor de jaren 1924 t./m. 1926 waar
te nemen, n.l. in:
1924
1925
1926
VERSLAG DER GEMEENTELIJKE BIOSCOOPCOMMISSIE.
1925
1926
1927
126
104
94