By lage 1
VERSLAG van de samenstelling en de werkzaamheden
van het Gemeentelijk Scheidsgerecht over het jaar 1927.
Het Scheidsgerecht was samengesteld als volgt: de heer Jhr. Samenstelling»
Mr. Rh. Feith bekleedde de functie van lid-voorzitter; de heer
Mr. Dr. J. van Gelein Vitringa die van plaatsvervangend-lid-
voorzitter. Beiden zijn als zoodanig benoemd door den Gemeente
raad. Als leden, gekozen door de hoofden der takken van ge
meentedienst, traden op de heeren Ir. W. C. van Manen en Mr.
J. Plantenga en als hun plaatsvervangers de heeren H. W.
Nicolaï, Jhr. Ir. J. Röell, Ir. J. D. Tours en Mr. J. D. Verbroek;
als leden gekozen door de vakvereenigingen van ambtenaren
en werklieden, die recht hebben op vertegenwoordiging in de
Centrale Commissie van Overleg, de heeren J. G. van der Jagt
en Ir. S. Lindeman en als hun plaatsvervangers de heeren B.
Coltof, A. H. van De th, J. van Seggelen en L. Vermeulen. De
heer van der Jagt heeft in den loop van het jaar als lid be
dankt; in verband met de omstandigheid, dat de zittingstermijn
der leden op 31 December 1927 eindigde, werd in de daardoor
ontstane vacature niet voorzien en nam een der plaatsvervan
gende leden voor den heer van der Jagt zitting. Secretaris was
de heer Mr. Dr. J. J. Boasson en plaatsvervangend-secretaris
waren de heeren J. van Wijk en Mr. J. Kunst, terwijl de
administratief ambtenaar A. ter Gemeentesecretarie, de heer
L. J. H. Knijpers, door Burgemeester en Wethouders daartoe
aangewezen, den secretaris bij de zittingen bijstond.
Op 1 Januari 1928 traden ingevolge het bepaalde in artikel 2,
5e lid, van het Scheidsgerechtreglement 1923 voorzitter en
leden van het Scheidsgerecht en hun plaatsvervangers af. In
verband met het feit, dat de heeren Jhr. Mr. Rh. Feith en Mr.
Dr. J. van Gelein Vitringa zich wegens drukke werkzaamheden
niet voor een herbenoeming beschikbaar stelden, benoemde de