r
1
2
’s-Gravenhage, 28 Februari 1928.
Het Gemeentelijk Scheidsgerecht,
J. PLANTENGA, Voorzitter.
J. J. BOASSON, Secretaris.
Gemeenteraad in zijn vergadering van 9 Januari 1928 met in
gang van 1 Januari 1928 tot lid-voorzitter Mr. J. Plantenga,
lid van het Scheidsgerecht en tot plaatsvervangend-lid-voor-
zitter Mr. Dr. J. H. R. SinningheDamsté, Directeur-Generaal
der Belastingen.
De hoofden van takken van dienst kozen in de plaats van
den heer Mr. J. Plantenga tot lid het plaatsvervangend-lid den
heer H. W. Nicolaï en herkozen tot lid den heer Ir. W. C. van
Manen. Als plaatsvervangend-lid werden herkozen de heeren
Jhr. Ir. J. Röell, Ir. J. D. Tours en Mr. J. D. Verbroek, terwijl
in de plaats van den heer H. W. Nicolaï gekozen werd de heer
Jhr. Mr. E. C. van Doorn, advocaat en procureur.
De bestuurders of vertegenwoordigers der vakvereenigingen
van ambtenaren en werklieden, die recht hebben op vertegen
woordiging in de Centrale Commissie van Overleg, kozen tot
lid den heer Th. B. V. Dill, voorzitter van de afd. Den Haag
van het Nationaal Verbond van Gemeente-ambtenaren in Ne
derland, in de plaats van den heer J. G. van der Jagt. De heer
Ir. S. Lindeman werd door hen als lid herkozen.
Tot plaatsvervangend-lid herkozen zij de heeren B. Coltof,
A. H. van De th, J. van Seggelen en L. Vermeulen.
Werkzaamheden. In het jaar 1927 werden in totaal 8 zittingen gehouden. Be
handeld werden 17 beroepen, terwijl voorts in 2 gevallen advies
werd uitgebracht, nadat dit op grond van de desbetreffende
bepalingen door Burgemeester en Wethouders was gevraagd.
Een overzicht van de behandelde zaken gaat hierbij.
VERSLAG VAN HET GEMEENTELIJK SCHEIDSGERECHT.