40 27 voor welke de volle verpleegprijs werd betaald, de inning der kosten geschiedde door de betrokken ziekeninrichting. Wel werd, indien voor de Gemeenteziekenhuizen de inning der bijdragen voor patiënten van buiten deze Gemeente moeilijk heden opleverde, de bemiddeling van onzen Dienst ingeroepen, om aan de hand van het bepaalde in de artt. 65 e.v. der Armen wet verhaal toe te passen, doch het uit dezen hoofde verhaalde bedrag werd aan de Gemeenteziekenhuizen afgedragen. Evenals vorige jaren werd ruimschoots gebruik gemaakt van de gelegenheid, om het verschuldigde bedrag in wekeljjksche of maandeljjksehe termijnen af te doen. Niettemin gaven 158 gevallen van onwillige debiteuren aan leiding een beslissing van den Kantonrechter uit te lokken. Voor de jaren 1925 en 1926 bedroegen deze aantallen respectievelijk 84 en 149. Aan Directies van Gemeentebedrijven of takken van dienst werd in 13 gevallen verzocht tot inhouding op salarissen of arbeidsloonen over te gaan. Dit aantal bedroeg over het vorig jaar 3. Het totaal aantal in diverse ziekenhuizen verpleegde on- en Kosten en bijdra- minvermogende patiënten bedroeg blijkens de voorafgaande gen 19241927. staten 13702 met 578368 verpleegdagen, waarvan 113162 verpleeg- dagen voor besmettelijke zieken voor rekening van den Gemeen telijken Geneeskundigen Dienst, zoodat 465206 verpleegdagen ten laste van onzen Dienst kwamen. De staat op de volgende bladzijde geeft een overzicht van de kosten van verpleging, alsmede de bijdragen, rekening houdende met nog te betalen kosten en nog te ontvangen bijdragen, over de jaren 19241927. VERSLAG MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 983