42 6 V. OUDE KUNSTNIJVERHEID. Aanwinsten. Aan geschenken werden in het verslagjaar verworven: Een ivoren waaiertje uit het begin der 19de eeuw, aange boden door den heer J. G. Köhlinger, benevens van Jonkvr. Van Citters een z.g.n. Prunkgefass in verguld zilver, vermoedelijk van den Neurenbergschen goudsmid Esaias zur Linden, meester in 1609 en een Boheemseh „Zwischengoldglas” bokaal, waarop het opschrift „Welvaren van de Nigotsy” (sic.). De afdeeling ceramiek werd met eenige uitmuntende stukken verrijkt zoowel op het gebied der Chineesche kunst, als op dat der Islamisehe. Het Chineesche aardewerk van vóór onze tijd rekening en in het bijzonder van de vóórhistorische periode was tot voor kort bijkans geheel onbekend. Totdat een Zweedsche expeditie in Noordelijk China en in Mongolië op praehistorische grafvelden stootte, welke een schat van ceramiek aan den dag bracht. Sindsdien kwam ook de kunsthandel in het bezit van dit aardewerk en zoodoende heeft het Museum er een fraai staal van kunnen verwerven met een veelkleurig decor van aaneen gesloten spiralen. In de eerstvolgende aflevering van de „Mede- deelingen” zal het stuk worden af geheeld en besproken. Deze reeks van 80 bladen, in bruin-zwarten toon gedrukt, be hoort tot de meesterwerken van etskunst. Aangekocht werden verder P. Bonnard (twee litho’s in kleuren), F. Braquemond (ets portret Méryon), P. Cézanne (ets, portr. Guillaumin), Corot (ets. Souvenir d’Italie), Delacroix (1 ets, 2 litho’s), James Ensor (1 ets), Forain (1 ets), Gavarni (1 litho), G. Greux (reprod. ets), Hervier (1 ets), Hodler (1 litho), Kathe Kollwitz (litho „Schmerz”), J. E. Laboureur (1 grav.), L. Legrand (1 ets), W. Leibl (2 etsen „de Drinker”, „Tante Johanna”), Ed. Manet (2 etsen „l’Odalisque couchée” en „les Petits Cavaliers”), d’Orléans (litho), Renoir (ets), Whistler (1 ets „schepen voor anker”), Richard Ziegler (2 albums en 5 losse bladen „opaaldrukken”), Mathilda Ziegler (2 albums met „opaaldrukken”). Ten geschenke werden ontvangen affiches van Cassandre, Th. Th. Heine en Zumbusch. De belangrijkste en omvangrijkste aanwinst wordt ongetwijfeld gevormd door den aankoop in haar geheel van de uit meer dan 5000 bladen bestaande collectie lithografieën bij eengebracht door den heer S. Moulijn, zelf lithografisch kunste naar, die jarenlang wat hem voor de kennis der ontwikkeling van de lithografische kunst belangrijk leek heeft bijeenge bracht. Op deze aanwinst komen wij te zijner tijd in de „Mede- deelingen” uitvoerig terug. VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 1056