Bylage 43
VERSLAG betreffende den Koninklijken Schouwburg.
Beheer.
Personeel.
Aan
Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage.
die
op-
Hierbjj heeft de Commissie van Beheer over den Koninklijken
Schouwburg de eer Uw College het verslag betreffende den
Koninklijken Schouwburg over het kalenderjaar 1928 aan te
bieden.
De Commissie van Beheer was samengesteld als volgt: voor- Commissie van
zitter: Dr. W. W. van der Meulen, Wethouder van Onderwijs, Beheer,
als lid van het Dagelijksch Bestuur der Gemeente; leden: A.
Harms, Mr. A. C. Josephus Jitta, J. Spiesz en A. C. A. van
Vuuren, als leden van den Gemeenteraad en Mr. G. A. van Haef-
ten, Mevrouw A. M. van HilleGaerthé, D. Peereboom Voller
en Mr. J. D. Verbroek als leden uit de ingezetenen van ’s-Gra
venhage; secretaris: Prof. Dr. G. A. van Poelje, Chef der Afdee-
ling Onderwijs ter Gemeentesecretarie.
Mr. A. C. Josephus Jitta werd in den loop van het jaar be
noemd ter vervanging van Mr. P. Droogleever Fortuyn,
wegens zijn benoeming tot Burgemeester van Rotterdam
hield lid der Commissie te zijn.
Het personeel bestond, behalve den administrateur, uit:
voor den bureaudienst2 personen;
voor den tooneeldienst: 13 personen; voorts in uitsluitenden
avonddienst: 1 persoon en, naarmate de voorstelling eischt, 1 of
meer avondwerkers
voor den algemeenen dienst: 11 personen;
voor den zaaldienst, uitsluitend in avonddienst: 14 personen.
De toestand van het gebouw vóór het brandscherm met den Toestand van het
gebouw met
inventaris.
daarin aanwezigen inventaris is zeer gunstig. De toestand achter
het brandscherm, vooral wat betreft het tooneel, werd onhoud
baar. De inmiddels aangevangen verbouwing zal hierin afdoende
verbetering brengen. De aanwezige inventaris, wat betreft de
cors, meubelen en requisieten, begint dringend om aanvulling
te vragen. Hierin zal spoedig moeten worden voorzien.