Bylage 47 subsidiën. 1 VERSLAG van de Werkloosheidsverzekering en de bijzondere maatregelen in zake werkloozenzorg te ’s-Gravenhage over het jaar 1928. Aan het eind van het jaar 1927 vielen onder de regeling, Stand der ver- neergelegd in het Werkloosheidsbesluit 1917, 67 werkloozen- zekering-, kassen met te ’s-Gravenhage gevestigde leden. Met ingang van 1 October 1928 werd tot deze regeling nog toegelaten: de Neder landsche Bond van Mannelijke en Vrouwe lijke Arbeiders in de Kleedingindustrie en Aanverwante Vak ken, terwijl met ingang van 30 Juli 1928 het recht op subsidie van den Algemeenen Nederlandschen Stukadoorsbond inge trokken werd. In den loop van het jaar 1928 vestigde zich te ’s-Gravenhage 1 lid van de werkloozenkas van de Nederlandsche Roomsch- Katholieke Diamantbewerkersvereeniging. Van de Landelijke Federatie van Heiwerkers in Nederland waren in het jaar 1928 te ’s-Gravenhage geen leden woonachtig. Met ingang van 31 December 1928 werd de naam van den Algemeenen Nederlandschen Straatmakersbond gewijzigd in Algemeenen Nederlandschen Bond van Arbeiders, wTerkzaam bij Straten- en Wegenbouw. Het totaal aantal der hierbedoelde vereenigingen bedroeg derhalve op 31 December 1928: 67 met 20.276 te ’s-Gravenhage gevestigde, tegen werkloosheid verzekerde leden. De namen der vereenigingen met de aantallen te ’s-Graven hage gevestigde, tegen werkloosheid verzekerde leden zijn in den staat op blz. 7 en 8 van dit verslag vermeld. De subsidiën voor de werkloozenkassen, welke krachtens het Percentage der Werkloosheidsbesluit 1917 door Rijk en Gemeente, ieder voor de helft, worden toegekend, werden over het jaar 1928, evenals over het voorafgaande jaar, voor alle kassen bepaald op 100 der door de leden dier kassen opgebrachte contributiën, behou dens dat den Christelijken Zeeliedenbond wederom een subsidie van 150 werd toegekend. De uitkeeringsnormen, welke in het jaar 1927 voor deze Uitkeerings- Gemeente golden, werden in 1928 gehandhaafd. normen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 1184