47
4
Emigratie.
Bestrijding der
werkloosheid.
W erkverscha f-
fing.
brandstofverstrekkingen buiten beschouwing gelaten) niet door
bemiddeling der vakvereenigingen.
In het jaar 1928 had evenals in het voorafgaande jaar werk
verschaffing plaats voor geschoolde arbeiders in eigen vak,
vermeld onder 1 en voor werkloozen uit andere vakken dan
die van het verschafte werk, vermeld onder 2 t./m. 11 van het
op blz. 9 opgenomen overzicht. De kosten van deze werkver
schaffingen kwamen geheel voor rekening der Gemeente, be
houdens, dat die van de werkverschaffing in Overijssel (7) door
Rijk en Gemeente werden betaald. Het Gemeentelijk aandeel in
de kosten van laatstbedoelde werkverschaffing over 1928 be
droeg f 148.321.39, waarin aan bijdrage voor loonen f 103.234,10.
Van het door den Gemeenteraad in zijn vergadering van
15 Februari 1924 ten behoeve van emigratie beschikbaar gestelde
bedrag van f 60.000,— werd in 1928 f 1.590,besteed voor 5 per
sonen, van wie 2 naar Argentinië, 2 naar Canada en 1 naar
Ned. Oost-Indië emigreerden.
Ten behoeve van den door Burgemeester en Wethouders
ingestelden cursus ter verhooging van de vakbekwaamheid van
kleermakers van welken cursus in het verslag over 1927
melding gemaakt werd zegde het Rijk een bijdrage toe van
35 tot een maximum van f 400,
De eerste cursus werd gehouden van 4 Januari tot en met
30 Maart 1928. Van de 26 toegelaten personen bezochten 22 den
cursus voor korteren of langeren tijd. Ook in verband met ver
meerdering van werk buiten den cursus daalde het aantal deel
nemers langzamerhand. In eenige gevallen werd aan personen,
die in het geheel niet op den cursus wenschten te komen of die
herhaaldelijk zonder gegronde redenen wegbleven, door intrek
king van aan hen toegekenden werkloozensteun duidelijk ge
maakt, dat van hen de bijwoning der lessen verwacht werd. In
deze gevallen volgde steeds opkomst, als gevolg waarvan de
steun weer kon worden toegekend. In 2 gevallen werd tramgeld
verstrekt, te weten voor een cursist woonachtig te Loosduinen,
en voor een cursist, die gebrekkig loopt. Aan het eind van den
cursus kon de Commissie voor de werkloosheid in het kleer-
makersbedrijf reeds constateeren, dat het onderwijs vrucht
dragend geweest was.
De tweede cursus, gehouden van 2 November 1928 tot 29 Maart
1929, werd gevolgd door een 30-tal kleermakers, van wie evenwel
niet allen de lessen regelmatig bijwoonden. Zij, die getrouw
opkwamen, werden in de gelegenheid gesteld tot het maken van
een proefstuk. Op grond van deze proefstukken werd op 14 Mei
1929 aan 4 cursisten een getuigschrift van voldoende vakkennis
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.