Btflage 9 VERSLAG van de Gemeentelijke Hypotheekbank van ’s-Gravenhage over 1928. In 1928 nam de omzet wederom toe. Ongerekend de overne- Algemeene mingen en de voortzettingen werden bij de drie hypotheekinstel- beschouwingen, lingen te zamen 87 leeningen gesloten tot een gezamenlijk bedrag van f 1.708.300,De totale omzet bedroeg f 2.222.400,verdeeld over 115 leeningen. Bij het Rijkshypothekenfonds bepaalde zich de omzet tot het opnieuw beleggen van door aflossing vrij gekomen gelden. Verschillende posten van het Rijkshypothekenfonds bleven ook dit jaar vele extra bemoeiingen van de Hypotheekbank eischen. Zooals in het verslag over 1927 werd aangekondigd, kon een tweetal exploitaties weder aan de eigenaren worden toever- trouw’d. Voor een derden post werd in het laatst van het jaar de terugkeer tot eigen beheer voorbereid. Bij het Rijkshypothekenfonds had één executie plaats, welke echter eerst in het volgende jaar werd afgewikkeld. Met enkele schuldenaren werden bijzondere betalingsrege lingen getroffen. Voor het overige verliep de betaling van rente en aflossing geregeld. De in 1924 getroffen maatregel om de periodieke aflossing van de eerste hypotheken over te brengen naar de op dezelfde onderpanden verstrekte derde hypotheken leidde ook dit jaar tot eene aanmerkelijke daling van deze „noodhypotheken”. Het to taal uitstaande leeningen van het Noodhypothekenfonds liep ruim f 215.000,— terug. De rentevoet bleef voor de eerste hypotheken 514 en voor de noodhypotheken 5% met uitzondering van eene periode in het midden van het jaar, toen de rentevoet voor de eerste hy potheken der Gemeentelijke Hypotheekbank 5l/s bedroeg. Bij het Rijkshypothekenfonds werden evenals in het vorige jaar eenige leeningen gesloten tegen 5 met afsluitprovisie. Met ingang van 1 Januari 1928 deelden de Hypotheekbank en het Noodhypothekenfonds in de conversie der 5’/2 - en 6’/2 - gemeenteleeningen, uit welker opbrengst aan deze instellingen kapitaal was verstrekt. In verband met deze conversie werd de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 136