12 7 Laakwük. zins te vergrooten ter tegemoetkoming aan ingebrachte be zwaren, in verband waarmede een in dier voege vergroot plan werd ingediend. De definitieve vaststelling vond nog niet plaats. De ter visie-legging vond plaats met ingang van 1 October 1928. Door B. en W. werd Dr. H. P. Berlage aangewezen als advi- Algemeen Uit- seur om te zamen en in overleg met onder geteekende de plannen breidingsplan. op te maken voor de uitbreiding aan de West- en Zuidwestzijde der stad. Een eerste gedeelte van dit plan (tevens herziening van het op 14 Juni 1911 vastgesteld algemeen uitbreidingsplan), betrek king hebbende op terreinen nabij den Moerweg, kwam grooten- deels gereed. Bij schrijven van 28 Juni 1928 werd bij B. en W. een wijziging Uitbreidingsplan ingediend van het centrum Uitbreidingsplan ’s-Gravenhage- ’s-Gravenhage- West. Deze wijziging had plaats na overleg en in overeenstem- West. ming met Dr. H. P. Berlage. Voorts werd bij schrijven van 10 October 1928 een voorstel bij B. en W. aanhangig gemaakt tot wijziging van dit uitbreidingsplan, waardoor de boerderijen „Groenendaal” en „Bohemen”, met omringend opgaand hout, intact blijven. In zijn vergadering van 19 September 1927 (Bijlage No. 615) had de Raad een plan van uitbreiding vastgesteld voor het westelijk gedeelte der Gemeente. Tegen dit plan zijn, nadat het ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten was toegezonden, door enkele belanghebbenden bij dit College bezwaren ingébracht, welke aanvankelijk in een openbare zitting van het College zijn behandeld en daarna aanleiding hebben gegeven tot bespre kingen tusschen Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wet houders. In verband met een en ander was het naar de meening van Burgemeester en Wethouders wenschelijk in het vastgestelde plan eenige wijzigingen aan te brengen, waardoor aan de be zwaren van belanghebbenden zooveel mogelijk wordt tegemoet gekomen. Bij Besluit van 12 November (Bijlage No. 816) stelde de Raad dit nadere plan vast. Op verzoek van en in overleg met het Gemeentebestuur van Herziening plan Rijswijk werd een herziening voorbereid van het uitbreidings plan Laakwijk, laatstelijk vastgesteld bij Raadsbesluit van 21 Februari 1927. Als resultaat van dit overleg werd bij schrijven van 12 Juli 1928 een gewijzigd plan bij Burgemeester en Wethouders inge diend, hetwelk in hoofdzaak beoogt, om als overgang van de be bouwing naar de door Rijswijk als park in stand te houden buitenplaats „Den Burch” een breede plantsoenstrook langs de VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 209