12 79 Ad 15. Plan „Rijswijkscheweg”. Beschikbaar bouwterrein in dit plan is als nagenoeg aangelegd terrein te beschouwen. Ad 16. Plan „Van de Wateringestraat”. Beschikbare opper vlakte in dit plan is als bijna geheel aangelegd bouwterrein te beschouwen. Ad 17. Plan „Jacob-Mossel en Louise-Henriettestraat”. Nog beschikbaar bouwterrein, geheel aangelegd. Ad 18. Plan „Molensloot”. De aanleg in dit plan moet nog worden aangevangen. Ad 19. Plan „Marlot”. In dit plan is, behoudens eenige vol- tooiingswerkzaamheden, de aanleg geheel voltooid. Ad 20. Plan „Waalsdorperweg”. Het in dit plan nog beschik bare bouwterrein is als geheel aangelegd te beschouwen. Ad 21. Plan „Klattepark”. Het in dit plan nog beschikbare bouwterrein is als geheel aangelegd te beschouwen. Ad 22. Plan „Westbroekpark”. De in dit plan nog resteerende bouwterreinen zijn geheel aangelegd. Ad 23. Plan „Belgisch Park”. De in dit plan nog resteerende bouwterreinen zijn als nagenoeg aangelegd terrein te be schouwen. Ad 24. Plan „Harstenhoek”. De aanleg in dit plan verkeert nog in het beginstadium. Ad 25. Plan „Circus”. Te beschouwen als geheel aangelegd bouwterrein. Ad 26. Plan „Gevers-Deijnootplein”. De resteerende opper vlakte in dit plan is bouwterrein aan aangelegde straten. Ad 27. Plan „Scheveningen West”. Tot dit plan behooren eenige oppervlakten grond, gelegen aan en nabij de Roerstraat, terwijl het tusschen de voormalige stoomtrambaan en de West- straat gelegen gedeelte, bebouwd met bokkinghangen, pakhuisjes e. d„ slechts gedeeltelijk als aangelegd bouwterrein is te be schouwen. Ad 28. Plan „Visschershaven”. Beschikbaar bouwterrein, ge heel aangelegd. Ad 29. Plan „Westduinweg”. Beschikbaar terrein, bestemd voor vergrooting van aangrenzende tuinen. Ad 30. Plan „Binnenstad”. De tot dit plan behoorende diverse terreinen zjjn als nagenoeg aangelegd bouwterrein te be schouwen. Ad 31. Plan „Rembrandt (Loosduinen)”. De aanleg in dit plan moet nog gedeeltelijk worden voltooid. Ad 32 tot en met 36. „Verkeerswegen”. De tot deze rubriek behoorende bouwterreinen zijn de na aanleg van de verkeers wegen oversohietende oppervlakten bouwgrond. Uit dien hoofde VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 266