I L 1 12 88 430.314,41 Saldo f 2.503.430,54 f 2.065.522,58 69.348,62 Blijft ten laste van den gewonen dienst 1.996.173.96 Batig saldo aan de Gemeente uit te keeren f 507.256,58 Kapi taaldienst. De rentelast van het geheele Grond bedrijf bedraagt Hiervan komt ten laste van den Kapitaaldienst (bij te schrijven rente) I Inkomsten. Tot de Baten van dezen dienst behooren voor 1928: lo. de post „Opbrengst van verkochte gronden'' ad f 46.828,33 (in de begrooting voor „Memorie” geraamd); J; oorzaak in de stijging van de ontvangst aan erfpachtscanon en in den daaruit voortvloeienden aanwas van het rentegevend gemaakte schuldbedrag. De post „Te reserveeren voor oninbare posten”, begroot op f 1.000,bedraagt thans f 16.846,10. Deze overschrijding van de raming wordt veroorzaakt door het onbetaald blijven van eenige erfpachtscanons, waardoor op vervallenverklaring van deze erf- pachtsrechten moest worden gerekend. De post „Leeningsrente” ad f 2.065.522,58 is f 44.347,42 lager dan geraamd was. Eensdeels is dit het gevolg van de conversie van eenige geldleeningen, waardoor minder rente behoeft te worden opgebracht; anderdeels vindt dit zijn oorzaak in de omstandigheid, dat bij het opstellen van de begrooting rekening wordt gehouden met een geraamde kapitaalverstrekking door de Gemeente, welke raming wat te ruim bleek te zijn. Het „Batig saldo der „Uitgegeven Terreinen” ad f 1.025.832,75 is f 229.923,75 hooger dan de raming bedroeg. Dit resultaat vloeit voort uit het gunstige verloop der exploitatie. De lagere boeking wegens leeningsrente was mede hierop van invloed. De navolgende opstelling geeft een overzicht van het saldo. Totaal-bedrag der exploitatie-ontvangsten zonder de uitkeeringen van het saldo der „Uitgegeven terreinen” en de „Bij te schrijven rente” f 2.933.744,95 Totaal-bedrag der exploitatie-uitgaven zonder de „Leeningsrente” en de uitkeering van het saldo der „Uitgegeven terreinen” VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 272