14 1 konden werken. Ten gevolge van langdurige werkloosheid en ge deeltelijke ondervoeding waren eenigen niet bij machte dadelijk een volledige arbeidspraestatie te leveren; na eenige weken regel- matigen arbeid en behoorlijke voeding was hun geen werk te zwaar. Natuurlijk verliep niet alles even vlot. Bij enkelen openbaarde zich aanvankelijk een gebrek aan alle sociaal begrip: zij verlieten b.v. zonder eenige aanleiding op een willekeurig oogenblik hun werk. Na bespreking met hen of met hun vrouwen konden zij echter weer aan het werk worden gesteld en geleidelijk in betrek kelijk korten tijd ontwikkelden zij zich tot behoorlijke arbeiders, op wie staat gemaakt kon worden. Een tweetal personen bleek echter onmogelijk te kunnen worden gehandhaafd, omdat hun alles liever was dan werken. Zij werden ontslagen en verlieten ook de Stichting. Dit waren echter uitzonderingen. In het algemeen kan met volle tevredenheid worden terug gezien op de ontwikkeling dezer poging tot werkverschaffing. Zij heeft inderdaad geleid tot een reclasseering in den besten zin van het woord. Het is mogelijk gebleken wij leggen er hier nog maals den nadruk op, dat onze ervaring een voorloopige is personen, die tot de maatschappelijk onvolwaardigen werden ge rekend onder goede leiding en met den noodigen tact door regel- matigen arbeid geleidelijk te brengen op een hooger maatschap pelijk niveau, hen weer te vormen tot bruikbare medeburgers. De financieele zijde bleef zorg baren. Het bleef een moeilijk heid te voorzien in het tekort, dat de werkverschaffing in den aanvang moest opleveren. Voor zoover de portiekreiniging be treft, moest het ontbrekende uitsluitend door middel van parti culiere giften worden bijeengebracht en dit bleek niet ge makkelijk. VERSLAG STICHTING C0NTRÓLE-W0NINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 326