21
4
aan de De Mient en den architect C. v. Eesteren het ontwerpen
van een scholencomplex op een terrein nabij de Molensloot.
De ontwerpen voor het scholencomplex bij de Molensloot,
voor de bebouwing van het duinpark en voor de bebouwing van
Oostbroek zijn ultimo December nog niet bij de Schoonheids
commissie ingekomen, de overige bouwplannen zijn reeds be
oordeeld en goed bevonden.
Behalve deze bouwplannen zijn van Gemeentewege door den
dienst van Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting globale be-
bouwingsschema’s ontworpen voor verschillende stadswijken,
waarvan een voor de Zuiderparklaan en een voor de Goever-
neurlaan en omgeving aan de Schoonheidscommissie ter be-
oordeeling zijn voorgelegd en door haar aanvaardbaar geacht.
Omtrent het uitbreidingsplan aan den Wassenaarscheweg
en van Alkemadelaan echter, werd door de Schoonheidscom
missie kritiek uitgeoefend en afwijzend geadviseerd.
Aan den heer Ir. D. Roosenburg, afgevaardigd lid bij de
commissie van advies in zake uitbreidingsplannen, verleenden
Burgemeester en Wethouders op zijn verzoek ontslag als zoo
danig, onder dankbetuiging voor de goede diensten, door hem
aan de Gemeente bewezen.
Ten slotte zij nog vermeld, dat naar aanleiding van het goed
keuren door Burgemeester en Wethouders van plannen, welke
door de Schoonheidscommissie ontoelaatbaar waren geacht, zij
het denkbeeld opperde, dat zij, bij de behandeling van gewich
tige architectonische projecten, ook gehoord zal worden ter ver
gadering van de Commissie van Plaatselijke Werken en Eigen
dommen alsmede in de bijeenkomsten van Burgemeester en
Wethouders, ten einde door mondelinge voorlichting hare advie
zen te verduidelijken. In een brief van 6 Januari deelden
Burgemeester en Wethouders mede, dat zij het denkbeeld van
vertegenwoordiging der Schoonheidscommissie in de Commissie
van Plaatselijke Werken en Eigendommen in speciale gevallen
gaarne wilden bevorderen. Het gevolg was, dat in enkele ge
vallen, waar aesthetische zaken ter sprake kwamen, genoemde
Raadscommissie de Schoonheidscommissie uitnoodigde in hare
vergadering zich te doen vertegenwoordigen.
Voorzitter en Secretaris werden uitgenoodigd de toekomstige
vergadering bij te wonen, waar de voorstellen tot reorganisatie
der Schoonheidscommissie zullen worden besproken. In verband
hiermede werden het reorganisatieplan van den heer Wethouder
en een tegenvoorstel aan de Schoonheidscommissie ter kennis
neming en ter beantwoording toegezonden. Het advies, dat de
Schoonheidscommissie over beide reorganisatieplannen schrif
telijk bij Burgemeester en Wethouders zal indienen, was ultimo
December nog niet opgesteld.
VERSLAG SCHOONHEIDSCOMMISSIE.