By lage 22
VERSLAG betreffende den toestand van de werken en den
uitslag van de exploitatie der Duinwaterleiding van
's-Gravenhage over het jaar 1928.
I. BEHEER EN REGELINGEN.
De Commissie van Bijstand in het beheer der Duinwater- Commissie van
leiding onderging gedurende het verslagjaar geen wijziging in Bjjstand.
hare samenstelling.
Met den Wethouder voor de Financiën en de Gemeentebe
drijven, Mr. J. A. de Wilde, als Voorzitter, hadden derhalve de
Raadsleden W. A. T. de Meester, E. Viskoper Szm, J. J. Muijl-
wjjk en F. B. G. W. Spit daarin zitting, terwijl het secretariaat
der Commissie opgedragen bleef aan Mr. Dr. J. H. Labberton.
Bij Raadsbesluit van 20 Februari 1928 werden in artikelen Tarief.
5 en 10 van het Duinwatertarief eenige kleine wijzigingen aange
bracht, als gevolg van de 10 December 1927 door den Raad aan
genomen motie-Van Langen in zake de 30 m3-bepaling.
In verband met de op 1 Januari 1928 in werking getreden wet
van 28 December 1926 (Stbl. 432) tot wijziging van de Wet op de
Personeele Belasting, waardoor o.m. in gemeenten der 2e klasse,
als Den Haag, van de belasting naar den grondslag huurwaarde
zijn vrijgesteld alle perceelen met geen hoogere belastbare huur
waarde dan f 225,(vroeger f 137,50), was het noodzakelijk tegen
1 Januari 1929 het tarief voor huiselijk gebruik te herzien. Een
onderverdeeling beneden f 225,huurwaarde, als het tarief
kende, had n.l. geen zin meer. Waar verder gebleken was, dat
als gevolg van de gehouden hertaxatie een vrijwel algemeene
opschuiving der huurwaarden had plaats gehad, was het noodig
bij het naar huurwaarde krachtens artikel 4 van het tarief te
berekenen bedrag met die omstandigheid rekening te houden en
de verbruikers, die in een hoogere klasse komen, niet eenvoudig
meer te laten betalen. Mede kon artikel 10, dat op de levering vol
gens meter tegen verminderden prijs voor perceelen van lage
huurwaarde betrekking heeft, niet ongewijzigd blijven. Er moest
dus voor artikel 4 een andere schaal samengesteld worden, ter
wijl de grenzen van artikel 10 anders getrokken dienden te
worden.
