22 3 z.g. Kruispunt, welke het verst van de verzamelkom verwijderde deel der watervang gedurende de tijden van grooter waterge bruik aan een krachtiger draineering onderwerpt, was in bedrijf van 20 Juni tot 22 September (v.j. van 23 Juni tot 17 September). De in het vorige verslag vermelde electrificatie van deze pompinstallatie kwam in het voorjaar gereed. In een gemetseld gebouwtje van binnenwerks 6,85 bij 4 m werden een transfor mator met de noodige schakelinrichtingen, een verticale schroef- pomp met een capaciteit van 600 ms per uur tegen een statische opvoerhoogte van 2,5 m en een daaraan gekoppelde verticale electromotor, 380 Volt, 15 P.K., opgesteld. De uitkomsten van het chlooronderzoek, dat zich sinds eenige Chlooronderzoek jaren periodiek, twee maal ’s jaars, over rond 200 draineer- draineerputten. putten uitstrekt, gaven ditmaal aanwijzing van eenige verbete ring, echter niet in zoodanige mate, dat er aanleiding in kon gevonden worden om het aantal buiten bedrijf gestelde putten te verminderen. Waterwinning meer landwaarts blijft geboden. Daaraan was bevorderlijk, dat gedurende het verslagjaar de Verlenging van sprank A op Meijendel over een afstand van rond 500 m werd sprank A. verlengd. In verband hiermede kon het aantal ondiepe draineer putten met 29 stuks worden vermeerderd. De draineerput van 40 m diepte, in Meijendel, welke in 1927 werd geboord en ingericht, werd gedurende het verslagjaar met de naastgelegen sprank A in verbinding gesteld. Uit de maandelijksche waarnemingen in 67 peilputten werd Grondwater- afgeleid, dat de grondwaterstanden gemiddeld aan het einde standen, van het verslagjaar ruim 18 cm lager waren dan aan het begin er van. Op denzelfden grondslag werd voor 1927 een gemiddelde stijging van 19 cm berekend. Evenals toen, zijn ook ditmaal, voor zooveel als practisch noodig bleek, een aantal peilputten buiten beschouwing gelaten, welke voornamelijk door een tijde lijke grondwaterverlaging, vereischt voor den aanleg van nieuwe draineérwerken, geacht moesten worden onder bijzondere om standigheden te verkeeren en om die reden geen aanwijzing konden geven voor den algemeenen toestand der watervang als zoodanig. Het gemiddelde van de waterstanden in de verzamelkom Waterstanden bedroeg 87 cm beneden D.P. (vorig jaar 94 cm beneden D.P.). verzamelkom. Hierbij worde in aanmerking genomen, dat sprank A in den regel afzonderlijk bemalen wordt. Dit geschiedde in het verslag jaar gedurende bijna 200 dagen en wel in de maanden Mei December, met een afpomping van die sprank tot ongeveer 1,25 m beneden D.P. De pompinstallatie nabij put XXII der hoofdader, aan het Werkperiode hulppomp- installatie aan het Kruispunt en hare elee- trifieatie. VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 400