10
23
in 1927.
tegen
enz.
Meer
Meer
Hierin zijn begrepen op:
Meer
259
Meer
8.341
in 1927.
31 December 1928
31 December 1927
31 December 1928
31 December 1927
1.036
1,76
561,40 M3.
557,68
48.235
39.894
695,99 M3.
tegen 685,38
67,07 M3.
70,38
73,46 M3.
76,52
643.077
591.973
51.104
8,63
60.024
58.988
Gemiddeld aantal meterlichten per verbruiker over gewone
meters op 31 December 1928: 10,38; op 31 December 1927: 9,74.
Voor de veiligheidsmeters in 1928: 15,94; in 1927: 14,92.
Het verbruik over gewone meters door particulieren en Ge-
meentegebouwen, omgeslagen over het gemiddeld aantal meters
en meterlichten bedroeg:
slagen over het gemiddeld aantal gasverbruikers en lichten,
bedroeg in 1928 gemiddeld:
2.894
2.635
Verbruik over Voor verlichting, verwarming, industrieele doeleinden
gewone meters, werd over gewone meters af geleverd aan:
Uitgezonderd de reeds genoemde 6 z.g. tusschenmeters, waren
bij particulieren en in Gemeentegebouwen aanwezig op:
VERSLAG GEMEENTELIJK GASBEDRIJF.
Jaar.
Particulieren.
Totaal.
40 586.634 M3.
1928
1927
39.290.068
828.841 M3.
787.403
41.415.475 M3.
40.077.471
1.296.566 M3.
3,30 O/o
41.438 M3.
5,26 «/o
tiemeente-
gebouwen.
Per gasverbruiker:
Meterlichten.
Per Meter.
Per Meterlicht.
Per meterlicht:
Meterlichten.
Gewone meters.
Veiligheidsmeters.
4- 1.338.004 M3
3,34 O/o