50 Personeel afd. Brandweer. Bovendien werden van 5 tot 10 Mei 3 stoomspuiten met 18 man onder leiding van een inspecteur-brandmeester naar Drenthe gedirigeerd voor hulpverleening bij den veenbrand aldaar. Uitgerukt werd door de motorspuit van het Hoofdbureau 142, van het Bureau v. d. Vennestraat 155, Rijswijkscheweg 238, L. Henriëttestraat 116, Archimedesstraat 183, Duinstraat 88 en Gev. Deynootweg 56 maal. De vrijwillige brandweer te Loosduinen rukte dit jaar 9 maal uit, de beide automobiel-ladderwagens rukten onderscheidenlijk 2 en 4 maal uit, de beide automobiel-kraanwagens onderschei denlijk 398 en 94 maal, waarvan 161 maal voor het opruimen van verkeersbelemmeringen en 106 maal om in beslag genomen automobielen of andere goederen te vervoeren. Het gemiddeld tijdsverloop tusschen alarmeering en hulpver leening ter plaatse van den brand bedroeg dit jaar 3' 12". De afd. Brandweer bestond op 31 December 1928 uit: den hoofdcommissaris, 1 inspecteur le kl.-le brandmeester, chef der afd. Brandweer, 2 inspecteurs 2e kl.-brandmeester, 1 inspecteur 2e kl., 19 brigadiers-hoofdbrandwacht, 22 agenten-chauffeur en 10 agenten voor de bediening van de beide automobiel-kraan wagens en voor het verrichten van verschillende werkzaamheden. Op 31 December 1928 waren bij de afd. Brandweer gedeta cheerd 5 brigadiers; één van deze brigadiers was belast met het toezicht op de naleving van Hoofdstuk VII der A. P. V. Voor de bemanning van de motorspuiten, welke aan de ver schillende bureaux zijn geplaatst, zijn goed afgerichte agenten ingedeeld, te weten: aan het hoofdbureau 96, aan het bureau Prinsestraat 131, v. d. Vennestraat 90, Wilhelminastraat (L.) 8, Rijswijkscheweg 111, L. Henriëttestraat 84, Archimedesstraat 117, Duinstraat 90, Gev. Deynootweg 74. De oefeningen met het blusch- en reddingsmaterieel hadden geregeld aan ieder bureau plaats, terwijl voor klimoefeningen de manschappen van die bureaux, waar geen klimtoren aanwezig is, steeds op daartoe vastgestelde dagen aan de bureaux, waar wel een klimtoren aanwezig is, onder leiding van een brigadier- hoofdbrandwacht werden geoefend. De bewaking van de gebouwen voor publiek vermaak ge schiedde, evenals het vorige jaar, door een speciale ploeg, thans sterk 128 agenten. Bovendien werd door deze agenten bewa kingsdienst verricht bij loodgieterswerkzaamheden op daken van kerken enz. Het toezicht op de brandbluschmiddelen in de Rijks- en Ge- meentegebouwen had geregeld plaats door één brigadier-hoofd- brandwacht, die daarvoor twee agenten toegewezen kreeg, om I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 51