28 7 In October en November werden groote hoeveelheden haring aangevoerd, hetgeen den prijs der haring deed dalen. Aan het einde van de teelt waren nog groote voorraden haring aanwezig. Evenals verleden jaar werd door een Scheveningsche firma, maar nu op nog eenigszins uitgebreider schaal, met succes hier ter stede haring uitgevent. Zooals reeds in het vorige verslag werd medegedeeld, kwam Haringwet 1927. de Haringwet, beoogende het voorkomen van misbruiken in den uitvoerhandel van haring, den 16en December 1927 tot stand, terwijl zij, evenals het „Reglement voor de Nederlandsche Haringcontróle”, vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 24 Maart 1928 (Staatsblad No. 83), op 1 Juni 1928 in werking trad. Als soort van haring, die bij artikel 1 der Haringwet ver boden is uit te voeren of aan een middel van vervoer tot uitvoer aan te bieden, werd aangewezen: pekelharing. Voor de toepassing van genoemd reglement wordt verstaan onder: a. „pekelharing": gekaakte haring, welke door zouten ver duurzaamd is; b. „maatjesharing" en „zomerharing": pekelharing, bereid van haring, die nog geen kuit of hom bevat, en van z.g. „be stoken” haring, waaronder wordt verstaan haring, waarvan de kuit of hom nog in het eerste stadium van ontwikkeling ver keert, zoodat de aanwezigheid daarvan nog niet uitwendig aan de haring te zien is. Als „maatjesharing” of „zomerharing” wordt niet beschouwd pekelharing, bereid van de vroege voorjaarsharing uit de Noordzee; c. „volle haring”: pekelharing, bereid van haring, voorzien van reeds behoorlijk tot ontwikkeling gekomen kuit of hom, waarvan de aanwezigheid uitwendig aan de haring te zien is; d. „ijle haring": pekelharing, bereid van haring, zonder kuit of hom, die uitgepaaid is; e. „wrakke haring": pekelharing, die gedeeltelijk lichtelijk geel is aangeslagen. Voorts is o.m. bepaald, dat bedoelde haring moet worden ver pakt in Hollandsche of Schotsche tonnen, terwijl daarnaast be palingen zijn vastgesteld omtrent minimum-afmetingen en minimum-inhouden der tonnen, benevens voorschriften omtrent het aan te brengen stempelmerk op de beide bodems daarvan. Gedurende het geheele jaar is de buitenhaven op behoorlijke Buitenhaven, diepte geweest, waarvan gedurende 11 maanden op maximum- diepte. Ondiepten, die eventueel na de peilingen werden gecon stateerd, konden door den zandzuiger dadelijk worden opge ruimd. VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 585