57
f
a.
Ontvangsten.
f
148.730,07
8.935,23
9.340,29
31.988,85
5.794,40
29.232,54
47.706,27
21.118,20
5.881,15
10.838,32
20.000,—
66.667,89
en kleeding aan
Overige uitgaven voor:
belooningen en eereblijken
b. schoolfeestjes en -reisjes
c. verstrekken van voeding
schoolkinderen
d. schoolbaden
e. onderwijs spraakgebrekkige kinderen
f. Gemeentelijke inspectie van het onderwijs
g. commission tot wering van schoolverzuim
h. Museum voor het onderwijs
i. School- en Kindertuinen
j. opleiding onderwijzers
k. bijdrage aan de afd. ’s-Gravenhage II van de
Vereeniging „Volksonderwijs” voor onderwijs
aan zieke kinderen
l. Schoolartsendienst
Kosten van stichting van scholen voor buiten
gewoon lager onderwijs
136.289,65
24.037,65
1.476,41
123
2.147.430,’—
194.532,—
Van de ambtswoningen, indertijd bij openbare lagere scholen Ambtswoningen,
gebouwd, worden 9 door hoofden van scholen bewoond.
Verhuurd of voor andere doeleinden in gebruik zijn er 17.
De bezoldiging van de hoofden van scholen en van de onder- Bezoldiging,
wijzers bij het lager onderwijs is geregeld bij het 1 Januari 1925
in werking getreden „Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks-
ambtenaren 1925” van 22 October 1924 (Stbl. no. 476), gewijzigd
bij K. B. van 27 December 1925 (Stbl. no. 585), 9 December 1925
(Stbl. no. 467), 11 Februari 1926 (Stbl. no. 23) en 29 December
1927 (Stbl. no. 6).
De bezoldiging der vakonderwijzers is omschreven in de ver
ordening no. 41 van 1919.
De regeling van de schoolgeldheffing is neergelegd in de Schoolgelden,
verordeningen nos. 7 en 8 van 1928.
Gedurende het afgeloopen jaar werden 6 346 kinderen inge- Inschrijving van
schreven voor de scholen voor openbaar lager onderwijs en de leerlingen,
kopscholen; voor het avondnijverheidsonderwijs werden 883
331,57
De ontvangsten over 1928 hebben tot 1 Juni 1929 bedragen:
Schoolgelden:
gewoon lager onderwijs
uitgebreid lager onderwijs
buitengewoon lager onderwijs
Rente legaat Rahmin Aghion
Vergoeding van het Rijk art. 56 L.O.-wet 1920
Vergoeding van het Rijk art. 71
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99