28
12
Sleephellingen.
Havengeld.
droeg. De kosten voor herstel der aangebrachte schade werden
in vier gevallen reeds door de betrokken reederijen voldaan; de
laatstgemaakte schade was aan het einde van het verslagjaar
nog niet geheel hersteld, zoodat de daaraan verbonden kosten
nog niet zijn verrekend.
De reederij A. Zuurmond Wzn., tegen wie de Gemeente krach
tens raadsbesluit van 24 Maart 1920 een rechtsgeding heeft ge
voerd wegens beschadiging van havenwerken, heeft alsnog het
gevorderde bedrag met de rente en een aandeel in de kosten der
Gemeente voldaan, zoodat de procedure van de rol is afgevoerd.
Zooals uit den als bijlage B opgenomen staat blijkt, bedroeg
het aantal gehellingde vaartuigen 220, zijnde 7 vaartuigen meer
dan in het voorgaande jaar. In dit totaal zijn begrepen 11 zeil-
loggers, die gedurende geruimen tijd op de helling gestaan
hebben om verbouwd te worden tot motorlogger.
Het aantal staandagen is berekend over gewone herstellingen
langer dan 3 dagen. Buiten beschouwing zijn gelaten de staan
dagen, betrekking hebbende op de verbouwing van zeillogger
tot motorlogger.
Evenals in de vorige jaren werd naar aanvulling van werk
zaamheden gezocht buiten het visscherijbedrijf, ten einde, toen
de vloot in zee was, aan Het personeel loonend werk te kunnen
verschaffen.
Het tarief voor het ophalen en af la ten der vaartuigen bleef
onveranderd.
De ontvangsten aan havengeld bedroegen voor het verslag
jaar in totaal f 17.399,54, waarvan f 965,03 werd gerestitueerd in
verband met de omwisseling van de tarieven Ba en E in andere.
Een bedrag van f 4,35 werd ontvangen aan vervolgingskosten.
was:
f 19.072,69
21.109,76
23.110,35
25.643,09
22.885,47
Het in vorige jaren ontvangen netto-bedrag
1927
1926
1925
1924
1923
In den loop van het verslagjaar werden 242 abonnementen
genomen en wel: 32 volgens tarief Ba; 25 volgens tarief Bc; 145
volgens tarief G; 31 volgens tarief E; 1 volgens tarief Bb; 2 vol
gens tarief A; 1 volgens tarief D en 2 volgens tarief H.
In 59 gevallen werd op grond van het Raadsbesluit van
19 Mei 1924 verminderde betaling toegestaan, aangezien de be
trokken vaartuigen elders hadden overwinterd.
Per reis werd 490 maal betaald en wel: 58 maal volgens tarief
Ba; 21 maal volgens tarief Bb; 301 maal volgens tarief G; 43
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.