31 23 Ook werden aan 159 kinderen, die langer dan een jaar ge leden waren ingeënt en een positieve Diek vertoonden (uit welke reaktie met groote waarschijnlijkheid een vatbaarheid voor rood vonk blijkt) nog weer eens één of twee injekties toegediend. Teleurstellingen bleven ons ook dit jaar desniettemin niet bespaard. Als oorzaken hiervoor zijn te vinden: lo. het sterk besmette milieu, waarin een groot deel der vacci- nandi leefde, 2o. de omstandigheid, dat de door vaccinatie opgewekte vol doende immuniteit veelal niet veel langer duurt dan een enkel jaar. De verworven immuniteit bij roodvonk, ook de langs natuur lijken weg verkregene, bleek veel minder absoluut dan men dikwijls nog aanneemt. Dertien kinderen (0,65 werden in 1928 voor de tweede maal (één zelfs voor de derde maal) door roodvonk aangetast. De tusschenruimte tusschen beide ziekten bedroeg op zijn kortst vier maanden en op zijn langst ruim drie jaren. Onder deze dertien recidiven zijn niet gerekend een klein aantal (4) kinderen, die zeer kort na het offieieele herstel op nieuw exantheem kregen, soms gepaard met andere roodvonk- verschijnselen (angina, braken, temperatuursverheffing), en die toevallig door ons zijn waargenomen. Ook zijn hiertoe niet gerekend personen, die al eenmaal rood vonk hadden doorstaan en die, bij een roodvonk-besmettings- kans thuis, met andere familieleden mee weer een meer of min ernstige angina moesten doormaken. Dit aantal is zeer groot. Hieruit blijkt, dat de verworven onvatbaarheid tegen roodvonk slechts een betrekkelijke waarde heeft en dat een groot aantal personen niet bestand is tegen een sterke besmetting, als b.v. bij het in één bed slapen met of het kussen van een besmette persoon. In samenwerking met de schoolartsen werd dit jaar meer werk gemaakt van bestrijding van roodvonk op de scholen. Ook hierbij bleek dikwijls, dat bij het kind, dat de besmetting thuis bracht, de ziekte niet als roodvonk werd herkend, en pas bij de 2de of 3de patiënt zekerheid werd verkregen. Aangegeven zijn in 1928 twee gevallen van Meningitis cere- Andere besmet- brospinalis epidemiea, en twee gevallen van Encephalitis lethar- telijke ziekten, giea. Gevallen van pokken kwamen niet ter kennis. met name in de Wet genoemd. Wij bleven ook dit jaar waakzaam voor den gezondheidstoe- Kollektieve stand in kollektieve onderkomens, hetzij door besprekingen met onderkomens, de dienstdoende artsen, hetzij door immunisaties van de ver pleegden. VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 692