32
3
soort van verwarming valt. Het uitgebreide rapport werd in
den loop van het jaar aan Burgemeester en Wethouders toe
gezonden.
Van enkele bijzondere scholen kwam verzoek in tot ver
nieuwing of vervanging van schoolbanken van oud of niet-
passend model. Na plaatselijk onderzoek heeft de Schoolartsen
dienst in beide gevallen geadviseerd om aan het gedane ver
zoek gehoor te geven.
Ten opzichte van het geneeskundig schooltoezicht werden de
werkzaamheden alweer uitgebreid. Voor de hoogere klassen
werd, meer dan andere jaren, nog eens de gezichtsscherpte van
vele kinderen nagegaan en ook hier bleek weer dat, onder de
tegenwoordige bezetting van ons personeel, een voldoende con
trole op dat gebied ternauwernood mogelijk is.
In overleg met den collega-Hygiënist van den Gemeente
lijken Geneeskundigen Dienst werd de maatregel genomen om
in klassen, waar binnen den tijd van een week zich twee gevallen
van roodvonk voordeden, elk kind afzonderlijk te inspecteeren.
Het is uit den aard der zaak buitengewoon moeilijk om op de
vraag, of deze inspectie groot resultaat gehad heeft, en hoe
groot, een positief antwoord te geven. Heel wat kinderen zijn
prophylactisch van school verwijderd gehouden, ook na de z.g.
officieele genezing en daarbij bovendien nogal heel wat z.g.
contactgevallen, d. w. z. kinderen, die op een of andere wijze
met de patiënten in aanraking geweest zijn en ook maar de
lichtste verdenking opwekken van neusvervelling, neusafschei-
ding of sporen van keelroodheid. Voor den Schoolartsendienst
is dit werk, met zijn talrijke huisbezoeken, niet te doen, tenzij
de andere werkzaamheden min of meer worden stopgezet. Enkele
malen kwamen ook bij het onderwijzend personeel ziektegevallen
voor, die bijzonder verdacht waren op roodvonk. Op een der
bewaarscholen bleek dit pas door een sterke vervelling na een
lichte keelontsteking. De vervelling trad pas vele weken later op.
Het onderzoek der leerlingen vond geregeld plaats. Dat dit
onderzoek met name voor de hoogere klassen niet zoo vaak kan
herhaald worden als in sommige gevallen wenschelijk ware, ligt
voor de hand. Het aantal leerlingen per schoolarts is veel te
groot. We mogen verwachten, dat dit euvel in den loop van het
jaar 1929 althans voor een deel wordt opgeheven door het aan
stellen van twee nieuwe schoolartsen en twee schoolzusters.
Steeds meer wordt de hulp van den Gemeentelijken School
artsendienst ingeroepen door scholen, die niet bij onzen Dienst
zijn aangesloten. Dit wordt van beide kanten op prijs gesteld.
Door de schoolartsen, omdat het een bewijs van waardeering is
VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOLARTSENDIENST.