32 I 4 Onderzoek der leerlingen. voor hun werk, dat, hoewel uit den aard der zaak onvolledig, ook bij buitenstaanders ingang schijnt gevonden te hebben, en bij de betrokken scholen, omdat het bezoek van de schoolartsen ook daar bij ouders en onderwijzend personeel een gevoel van veiligheid schijnt te geven. Door een der schoolartsen werd de proef genomen met een onderzoek van alle leerlingen der derde klasse, in het eind van het derde leerjaar, en wel voornamelijk om na te gaan in hoe verre die klassen door het onderzoek in het eerste leerjaar ge saneerd zouden blijken. De ervaring van jaren heeft den Schoolartsendienst geleerd, dat meer dan de helft der kinderen, die de scholen gaan be zoeken, afwijkingen blijken te bezitten, die geneeskundige inter ventie behoeven en waarvan het meerendeel, zonder dit genees kundig schooltoezicht, van elke geneeskundige behandeling ge speend zou gebleven zijn. Bij het finale algemeene onderzoek, zooals voor toelating op de ambachtsscholen, voor het Bureau voor Beroepskeuze en bij die kinderen, die vrijwillig bij het verlaten der school nog eens aan een geheele keuring worden onderworpen, blijkt gelukkig het aantal candidaten, dat ongeschikt is voor het beroep, dat ze kiezen, betrekkelijk gering te zijn. Daarenboven blijkt slechts een klein aantal der afwijkingen onherstelbaar te zijn, zóó on herstelbaar, dat ze een bepaald beroep beletten. Het meest vóór komend is naar mijn persoonlijke ervaring de z.g. kleurenblind heid als oorzaak, dat verschillende vakken, zooals zeeman, chauffeur, machinist enz. voor deze candidaten onbereikbaar zijn. Vele dezer gevallen zijn familiair. Een langdurige ziekte van een der schoolzusters was scha delijk voor den gang van zaken, ondanks de uiterste krachts inspanning van de andere zusters. Ze zijn overkropt met werk. Voor het eerste onderzoek werden 6.510 kinderen opge roepen, waarvan er 5.494 werden geïnspecteerd en voor het her halingsonderzoek 4.092 kinderen, waarvan er 3.350 opkwamen, totaal 8.844 kinderen van de 10.602 ter onderzoek opgeroepenen. Voor het Bureau voor Beroepskeuze werden 122 leerlingen gekeurd. Voor toelating op de verschillende ambachtsscholen meldden zich 377 kinderen voor onderzoek. Voor 284 scholieren werd door de ouders een algemeen onder zoek gevraagd bij het verlaten der lagere school. Voor adviezen van uiteenloopenden aard meldden zich op de verschillende speciale spreekuren 3.539 kinderen, waarvan 2.859 op het Centraal-Bureau. VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOLARTSENDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1928 | | pagina 698