34
12
Ondeugdelijke
toestand.
Gerangschikt naar de gemeente, waar de vervalsching is ge
constateerd, wordt een overzicht gekregen, dat op blz. 29 is
aangegeven.
Alle monsters worden microscopisch op mastitis-strepto-
coceen onderzocht. Daarbij bleek, dat van de melkmonsters,
genomen bij melkverkoopers, 1,4 streptococcen van uier-ont-
steking bevatten. Van de monsters melk, genomen van de melk
door veehouders aan melkverkoopers geleverd, werden in 208
monsters of 3.19 mastitis-streptococcen aangetroffen. Deze
cijfers zijn belangrijk lager dan in vorige jaren en vooral in de
laatste maanden van dit verslagjaar zijn in de melk door vee
houders geleverd weinig streptococcen aan getroffen. Een ver
klaring voor dit gunstige feit is moeilijk te geven, waarschijnlijk
hebben hiertoe verschillende factoren meegewerkt, ook factoren,
welke vallen buiten den wil van den melkveehouder, want het is
moeilijk aan te nemen, dat de gunstige toestand, die in de laatste
vier maanden is waargenomen, uitsluitend aan het toezicht is
toe te schrijven, ook al wordt het overheidstoezicht gesteund
door de zeer te waardeeren controle door het Melkcontróle-
bureau der melkverkoopers uitgeoefend.
Aan 71 melkveehouders, die melk leverden waarin het product
van ontstoken uiers werd aangetroffen, is een schriftelijke
waarschuwing gezonden, met verzoek hunne dieren door een
veearts te laten onderzoeken. Blijkt bij een herhaald onderzoek
aan deze waarschuwing geen gevolg te zijn gegeven, dan wordt
tot strafvervolging overgegaan. Niettegenstaande de krachtige
medewerking, welke de dienst ondervindt van het Melkeontröle-
bureau te ’s-Gravenhage, zoowel op het gebied der melkverval
sching, als op dat der bestrijding van het leveren van melk van
uierzieke dieren, moest toch dit jaar tegen drie melkveehouders
proces-verbaal worden opgemaakt, omdat zij aan de gegeven
waarschuwingen geen gevolg gaven.
Ook de reinheid der melk is in de laatste vier maanden van
dit jaar belangrijk verbeterd. Terwijl toch in vroeger jaren ver
schillende partijen melk door melkveehouders geleverd voor
consumptie moesten worden afgekeurd, omdat zij bedeeld waren
met belangrijke hoeveelheden vuil (koemest, haren, huidschil
fers), kwam dit in het laatste kwartaal van dit verslagjaar
uiterst zelden voor. Toch moest nog tegen 14 melkveehouders en
tegen drie melkslijters proces-verbaal worden opgemaakt wegens
het verkoopen van vuile melk, terwijl aan 16 melkslijters een
schriftelijke waarschuwing is gezonden.
Wegens andere overtredingen van het Melkbesluit werden
66 processen-verbaal opgemaakt, niettegenstaande eerst tot het
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.